
De watergeboorte van mijn jongste zoon
Vertrouwen en toch ook angst
Ondanks mijn ijzersterke vertrouwen in de kracht van vrouwen en hun kunnen om te baren, ondanks dat ik al twee keer een droombevalling heb mogen meemaken in bad, thuis, ondanks dat er een ongelofelijke verzameling geboorteaffirmaties in mijn geheugen staat gegrift, ben ook ik bekend met angst voor de bevalling. Ik kan er een tijd lang niet m’n vinger op leggen, maar als ik aan de aanstaande bevalling denk dan voel ik angst.
De laatste weken van mijn zwangerschap zijn erg zwaar vanwege extreme bekkenpijn. Alles doet pijn, ik kan nauwelijks meer lopen, staan, omrollen, of overeind komen. Een gestrande walvis is er niets bij!
Hoe herken ik het begin van de bevalling?
Harde buiken zijn mij niet vreemd, maar vanaf 39 weken heb ik ook echt pijnlijke, regelmatige voorweeën, bijna elke nacht. Eigenlijk zijn het gewoon echte weeën, want ze lijken namelijk precies op de lage krampen waarmee de bevalling van mijn 2e baby begon. Ik word er wel een beetje zenuwachtig van. Hoe zou ik immers het begin van de bevalling herkennen, als ik bijna elke nacht dit begin al ervaar?
Mijn tweede bevalling begon met nog geen twee uur lang lichte krampen. Daarna heb ik slechts 40 minuten om de 3-5 minuten echt intense weeën gehad totdat mijn baby gelanceerd werd, de verloskundige kwam pas een paar minuten voor de geboorte bij ons binnen. Als de bevalling van mijn derde baby ook zo rap gaat, dan weet ik maar 40 minuten zeker dat ik aan het bevallen ben. De voorweeën die ik al nachtenlang voel zijn namelijk niet te onderscheiden van de weeën waarmee de bevalling van mijn tweede begon.
Het bevalbad staat half-gereed
Deze keer wil ik, net als bij nummer één en twee, thuis in bad bevallen. Maar zonder vooraankondiging van het begin van de bevalling (bijna elke nacht was namelijk een soort van vooraankondiging) staat het bevalbad niet op tijd gereed. En gezien de intensiteit van mijn ‘echte’ weeën snap ik opeens waar mijn angst voor de bevalling vandaan komt.
Ik heb geen angst voor de bevalling an zich. Ik heb geen angst voor complicaties. Mijn angst zit ‘m in het feit dat de heftigheid van de bevalling wel eens zou kunnen losbarsten voordat mijn veilige cocon gereed is. En ook die angst moet niet onderschat worden! Zelfs in mijn eigen huis voel ik me niet veilig als het bad niet klaar staat.
Met die waarheid in gedachten hebben we dus vanaf 39 weken het bad half-opgepompt in de woonkamer klaarstaan. Dat geeft mij rust. Maar nog steeds denk ik het begin van de bevalling niet te kunnen herkennen, en ik word er moedeloos van. Hormonen tegen het einde van de zwangerschap kunnen monsterlijk zijn!
Frequentere (voor)weeën
Na een aantal nachten voorweeën heb ik ook weer eens een nacht geen voorweeën, en dat stemt me positief: oja, zo voelde een goede nachtrust! Ik weet ook gelijk weer dat ik me niet heb aangesteld. Die voorweeën zijn gemeen, geen wonder dat ik me steeds overdag een wrak voel.
Het is de avond voor mijn uitgerekende datum en net als we proberen te slapen beginnen die voorweeën weer. Het is 22.00. De weeën lijken op wat ik al nachtenlang heb beleefd, maar het valt me op dat deze weeën iets frequenter zijn dan de weeën van andere nachten: deze weeën komen net iets vaker dan om de tien minuten, en andere nachten kwamen ze juist iets minder vaak dan om de tien minuten. Ik probeer me te ontspannen.
Keiharde signalen en toch twijfel ik
De weeën (die vooralsnog aanvoelen als zeer milde krampen) blijven komen en ik ga douchen. Dat is immers een goede test om te kijken of het serieus is (als ze wegvallen tijdens de douche is het vals alarm). De weeën blijven komen. Ik douche met het licht uit om in m’n cocon te blijven.
Nog twee dingen vallen me op: ik ruik sterk onder m’n armen. Hormonale shift? En: de beruchte darmen-in-actie. Maar liefst vier keer binnen anderhalf uur zit ik op het toilet. Het is dus écht zo, je lijf leegt zich om te kunnen bevallen.
Ondanks alle keiharde signalen, nog steeds twijfel ik of dit het echte begin is. Ik heb immers te vaak meegemaakt dat het allemaal weer afzwakt. Toch besluit ik rond 0.20 mijn vriend wakker te maken. “Ik weet niet zeker of dit het is,” vertel ik hem, “maar zou je de verwarming hoger willen zetten en het bad op willen blazen?” Er hangt een lijstje op de kast met stappen die mijn vriend af zal gaan als ik hem het startsignaal geef. Hij komt in actie. Ik voel me schuldig. We hadden een erg drukke dag gehad en hij was zo verschrikkelijk moe toen we gingen slapen. Nu heb ik hem misschien voor niks wakker gemaakt.
Toch de verloskundige maar vast bellen
Mijn vriend verlaat de slaapkamer en ik zeg hem dat ik nog even boven blijf. Ik ben bang dat de weeën weer stil zullen vallen als ik hem naar beneden volg, omdat hij druk in de weer zal zijn met het bad. In de donkere slaapkamer lijkt het me rustiger, dan zetten de weeën misschien wel door. Ik ben me maar al te bewust van het feit dat mijn vriend niks kan zien aan de buitenkant dat bewijst dat de bevalling ook daadwerkelijk misschien begonnen is. Hij hoort niks aan m’n adem, mijn ‘krampjes’ zijn onzichtbaar voor hem. Ik wou dat ik hem kon beloven dat dit het is. Maar ik twijfel zelf zo.
Om mijn vriend een hart onder de riem te steken ga ik alsnog met hem mee naar beneden. Dan hoeft hij tenminste niet in z’n eentje in het holst van de nacht dingen te doen die misschien voor niets zijn. De weeën blijven komen. En op zich zijn dit intussen wel stevige weeën. Om 0.54 besluit ik de verloskundige te bellen, gewoon, om haar in te lichten dat er iets gaande is. Tijdens het gesprek hang ik met m’n bovenlijf over de geboortebal. De verloskundige blijkt op een half uur rijden van ons vandaan te zitten. Ze vraagt of ze alvast onze kant op zal komen.
Nog even aanzien
Twijfel slaat toe. Idealiter komt de verloskundige pas een paar minuten voor de geboorte binnen. Dat was me de vorige twee keer goed bevallen: een verloskundige die wel aanwezig is op het moment supreme, maar niet te lang daarvoor. Maar dit is natuurlijk onmogelijk te timen. Ik vertel de verloskundige dat ik nog niet eens zeker weet of het wel doorzet, of als het doorzet dat het misschien nog wel lang gaat duren. Ik vertel haar eerlijk dat ik liever niet heb dat ze nu al komt, zelfs als ze voorstelt dat ze ook gewoon in een andere kamer kan gaan zitten breien.
Tijdens het 8 minuten durende gesprek heb ik twee keer een wee die ik in stilte opvang. Achteraf gezien vertelt de verloskundige me dat dit voor haar een signaal was om toch alvast haar tas te pakken. Immers vallen weeën vaak weg tijdens een gesprek in een vroeg stadium van de bevalling, dus ze vermoed dat ik al goed op dreef ben. Maar we spreken af dat ik het eerst een paar weeën aanzie, en dat ik haar pas later weer bel om haar te vragen of ze komt.
Ik laat de pijn toe
Meteen als ik ophang heb ik weer een wee, en ik merk dat het menens is. Kreunend kom ik er het beste door heen, dus ik laat mijn overtuiging los dat ik stil moet proberen te blijven, en ik laat de pijn toe. Ik vind het eigenlijk helemaal niet leuk, zo’n wee.
De geboortebal is fijn en het bad loopt langzaam vol. Ik hang over de bal, en hups ook een paar weeën zittend op de bal. Hoe het kan dat ik nog steeds ontken dat dit het echte werk is weet ik niet. Want de weeën zijn intussen zo pittig dat ik me eigenlijk niet kan voorstellen dat ik straks geen baby in m’n armen heb.
Heb ik het geboortebad al nodig?
Het kwartje valt eindelijk, en ik roep opeens aan mijn vriend dat hij de verloskundige moet bellen dat ze nu moet komen. Als de weeën inderdaad zo pittig zijn, dan heb ik misschien niet eens zo heel veel tijd meer!

Ik besluit om het bevalbad in te stappen. Het water staat nog niet heel hoog, maar als ik toch aan het bevallen ben, dan ga ik er maar gebruik van maken. Het voelt een beetje dubbel, is het niet te vroeg? Er zit nog redelijk wat tijd tussen de weeën (nou ja, er staat geen timer op, maar ik heb steeds een behoorlijke pauze om tot rust te komen), heb ik het wel hard genoeg nodig? Maar het lijkt me het proberen waard.
In bad kan ik zelf m’n ontsluiting checken. Ik voel een hoofdje, en m’n baarmoedermond is al gedeeltelijk open, een grote cirkel, ik gok misschien 6 of 7 centimeter ontsluiting. Als ik het eerst niet zeker wist dan weet ik het nu wel: ik ben aan het bevallen. Straks ontmoet ik mijn baby.
Meegaan in de heftigheid
De weeën die ik in bad opvang zijn stuk voor stuk pittig. Ik zit in een trance, hang tussen de weeën door als een vaatdoek over de rand van het bad, en kreun diep tijdens elke wee. Toch probeer ik steeds de ontspanning op te zoeken. Ademhaling en overgave zijn de enige dingen waar ik mee bezig ben. De pijn is heftig, maar ik adem er naar toe. Ik geef me er aan over. Tijdens sommige weeën is dat erg moeilijk, maar ik probeer het steeds maar weer. Ik voel pijn waar ik me verschrikkelijk tegen wil verzetten, maar elke seconde weer herinner ik mezelf eraan dat deze heftigheid mij helpt. Dat ik erin mee mag gaan. Dat het straks weer voorbij is. Er nog heel even doorheen ademen, kreunen, wat er ook nodig is.
Tijdens een bepaalde wee voel ik opeens een kleine explosie, en een sterke stroom in het water tussen mijn benen. Dat waren mijn vliezen! Er is geen weg meer terug. Spannend, en eng tegelijk. Oh wat een avontuur is bevallen toch.
Persdrang en een weeënstorm
Bij de volgende wee voel ik de bekende persdrang. Ja, onmiskenbaar. Zo’n urge to push, zo’n overweldigende grom in mijn kreun, maar mag ik? Tijdens mijn tweede bevalling heb ik er geen seconde aan getwijfeld dat ik mee kon persen, maar gek genoeg voel ik nu wederom weerstand. De verloskundige is er nog niet en het voelt zo overweldigend allemaal. Ik besluit mezelf weer te toucheren, en realiseer me dat mijn baarmoedermond niet meer te bekennen is, ik voel alleen nog maar een babyhoofdje al diep in mijn geboortekanaal, it’s happening baby!
Toch heb ik nog een aantal persweeën in petto. Bij mijn tweede kind leek dit stukje van de bevalling veel sneller voorbij. Deze keer lijkt het pittig, heel pittig! De persweeën volgen elkaar heel snel op, en ze duren lang, veel langer dan ik gewend ben van een perswee! De adempauzes zijn veel te kort, soms eigenlijk niet-bestaand. Bij mijn andere twee bevallingen had ik juist zeeën van tijd tussen elke perswee. Wat is dit?
Bewust mijn baby laten zakken
Wat doe ik mijn best om de weeën te omarmen, om me over te geven, om ze hun werk te laten doen! Ik weet nog goed van de weeën tijdens mijn vorige bevallingen, dat ik weerstand voelde om m’n baby te laten zakken, en dat ik m’n baby gevoelsmatig eigenlijk liever hoog hield. Nu besluit ik bewust om het anders te doen, om tijdens elke wee m’n baby uit te nodigen om naar beneden te gaan, dieper te komen. Verschrikkelijk mooi om het zo te doen, maar o zo gek, en moeilijk, voor mij tegennatuurlijk omdat de overgang van binnen naar buiten, de geboorte, zo groots en spannend is. “Go down, baby, go down,” kreun ik tijdens de weeën, en ik beeld me in dat ik open ben, helemaal open naar beneden toe. Ik vind het ongelooflijk moeilijk maar ik doe het. Ik doe het, en vind het ook echt heel knap van mezelf.
De verloskundige komt binnen en de honden begroeten haar. Mijn lieve husky doet een dansje, zo blij is ze met het nachtelijke bezoek. Tegelijkertijd zit ik midden in een wee waar je u tegen zegt en ik voel dat het hoofdje heel even staat, maar na de wee weer terugglijdt.
Het hoofdje wordt geboren
“Het hoofdje stond bijna!” deel ik aan de verloskundige mee. Heel gek, ik ervaar een dualiteit waarin ik zowel de barende vrouw ben, als de doula. En de doula in mij wil de verloskundige op de hoogte stellen, blijkbaar. Er volgt gauw weer een wee en dan staat het hoofdje echt. Maar de wee gaat door, oh wat is het weer een verschrikkelijke wee, en het hoofdje wordt geboren. De wee is voorbij. Ik voel aan het hoofdje en voel oortjes.
“Wat een lieve oortjes!” roep ik verrukt. Ik smelt en mijn vriend en de verloskundige lachen om mijn constatering.
Een armpje naast het hoofdje
Mijn vriend ziet een handje naast het gezichtje en zegt, “ik zie een handje!” De verloskundige komt kijken en ziet het ook. Mijn baby wordt met z’n armpje naast z’n hoofd geboren! Geen wonder dat de weeën zo verschrikkelijk pittig zijn in vergelijking met mijn vorige bevallingen. Ik moet niet alleen een hoofdje eruit persen, maar ook een heel armpje ernaast. Zo is een baby wel verschrikkelijk breed.
En zodoende komt mijn derde zoon de volgende wee al zwaaiend ter wereld. Ik pak hem aan tussen mijn benen en ga achterover zitten, neem hem bij me. We did it. Het is precies 2 uur ‘s nachts, en alles bij elkaar heeft het vier uur geduurd.
Geen enkel scheurtje of schaafwondje
Na een paar minuten stelt mijn vriend voor om de oudste twee (wat voelt het gek dat mijn jongste mijn jongste niet meer is!) wakker te maken, zodat ook zij dit wonder kunnen aanschouwen. Ik zit in een roes en het maakt me niet zoveel uit. Mijn pasgeboren baby is heel rustig en kijkt verwonderd om zich heen.
De kinderen komen beneden en bewonderen hun broertje en het unieke moment. Het liefst laat ik de placenta zonder oxytocineprik geboren worden, en terwijl we hierop wachten wordt er volop geknuffeld met ons nieuw gezinslid. Mijn vierjarige klimt bij ons in het geboortebad en vraagt waar de placenta blijft, schattig dat hij daar bewust van is. Na redelijk lang wachten, 53 minuten, komt gelukkig de placenta uit zichzelf, en mijn bloedverlies viel mee. En ondanks dat mijn baby z’n armpje langs z’n hoofd had bij de uitdrijving, had ik geen enkel scheurtje of schaafwondje. Rustig mijn baby naar beneden ademen en m’n lijf volgen heeft geholpen! Ik ben zo blij hoe het gegaan is en zo trots op mezelf en mijn gezin!