
Prachtige watergeboorte in het geboortecentrum
Ik had heel positieve verwachtingen over hoe hij zou komen. Ik had een geboorteplan opgesteld. Alles lag klaar en ik was al weken thuis. Al iets over de helft van de zwangerschap was ik ziek gemeld omdat de combinatie van zwangerschap en werken te zwaar bleek. Ik was nog wel fit genoeg om de dagen door te komen, ik zwom een paar keer per week en ik had geen haast om te bevallen.
Net náást het vloerkleed braken mijn vliezen
Met 37 weken en 5 dagen om 11 uur ’s ochtends stond ik op van de bank, ik wilde me net klaar gaan maken om te gaan zwemmen. Net náást het vloerkleed braken mijn vliezen. Zenuwachtig giechelend depte ik de plas die was ontstaan met gebruikte handdoeken. Ik had nog helemaal niet op je gerekend, zei ik, ik dacht dat we wat anders hadden afgesproken.
Ik belde mijn man en vertelde dat mijn vliezen waren gebroken, maar dat het allemaal nog wel even zou kunnen duren. Het was immers mijn eerste bevalling en ik had nog geen weeën. Hij zou het gesprek dat ik met mijn telefoontje onderbrak nog even afmaken en dan naar huis komen, nog zo’n anderhalf uur reizen. Vlak later belde hij me terug dat zijn gesprekspartner hem naar huis had gestuurd: natuurlijk moest hij meteen naar huis.
Wachten op regelmatige weeën
Ik besloot alles te doen waar ik voorlopig geen tijd meer voor had. Ik ging douchen en waste mijn haar, ruimde nog wat op, wat wilde ik ook alweer aan tijdens de bevalling? De verloskundige kwam even kijken naar de kleur van het vruchtwater en vertelde dat zij nog rustig naar de stad was gefietst met gebroken vliezen. Nu verloor ik bij elke stap een flinke plens, dus dát leek me geen goed idee.
We moesten maar bellen als ik regelmatige weeën had. Ik hoopte dat die niet lang op zich lieten wachten, want ik wilde geen medische bevalling in het ziekenhuis, maar ik wilde naar het geboortecentrum dat wel in het ziekenhuis gelegen was. Ik wilde een rustige bevalling, intiem met
mijn man, een bevalbad, geen ingrepen als het niet hoefde.
Ik had al ontsluiting
Zo ongeveer op het moment dat mijn man binnenkwam, begonnen de eerste weeën, rond een uur of 13. Dit kan ik nog wel even volhouden, dacht ik. Ik zette mijn man aan de afwas en probeerde zelf nog wat te ontspannen tussen de voorweeën door. Drie kwartier later werden de weeën heviger en belden we de verloskundige. Ik had al ontsluiting, zag ze, en we moesten op pad.
Zelf hadden we geen auto en eigenlijk zouden we een taxi moeten bellen omdat de verloskundige niet verzekerd is voor ons vervoer, maar het leek haar wel zo praktisch om ons gewoon te brengen. Op deze weeën moest ik me wel steeds concentreren. De verloskundige zette ons af bij de ingang en het duurde nog een kwartier voordat ze haar auto geparkeerd had en zich weer bij ons had gevoegd.
Een prettige houding in bad
Wij waren ondertussen in de bevalkamer van het geboortecentrum waar het bevalbad stomend klaar stond met een vriendelijke kraamverzorgster ernaast. Ik twijfelde geen moment, trok al mijn kleren uit en stapte erin. Heerlijk tijdens de weeën, maar al snel kreeg ik het te warm, dus ik stapte er weer even uit en wandelde naakt door de kamer. Ik weet niet meer waarom ik kleren had klaargelegd voor de bevalling. Ik ving nog een wee op onder de douche.
Toen de verloskundige er was, zei ik dat ik weer in het bad wilde. Ze zei, “prima, maar je moet er ook zelf weer uit kunnen stappen”, want ze was niet van plan om nat te worden. Dat leek me geen probleem. Ik vond een prettige houding waarin ik me af kon zetten tegen de rand van het bad terwijl mijn man tegen mijn rug duwde om de weeën op te vangen. Ergens tussen de weeën door bedacht ik nog dat ze hier ook lachgas hadden, maar ik had niet het gevoel dat het anders moest dan hoe het nu ging, het was goed vol te houden.
Onmiskenbare persdrang
Na een tijdje werden de weeën heviger en besloten we dat er maar eens moest worden gekeken hoeveel ontsluiting ik had. Ik stapte uit het bad en op het bevalbed zag de verloskundige dat ik volledige ontsluiting had. Ik wilde in het bad bevallen dus ik stapte er weer in. De eerst volgende wee mocht ik mee persen. Ik maakte iets teveel geluid, aldus mijn verloskundige, zo perste ik niet effectief.
Gelukkig had ik onmiskenbaar persdrang, was ik nog steeds vrij fit en met de volgende wee werd het hoofdje geboren. En ja, dat brandde, zoals ik al had begrepen. Één wee moest ik wegpuffen, later begreep ik dat de navelstreng om het nekje zat, dus die haalde ze even weg.
Hij keek me indringend aan
Met de volgende wee floepte hij eruit om 17.55 uur. Ik keek wat verbaasd naar het water waar ineens een kindje in lag. Ik pakte hem op; hij proestte wat, begon even te huilen, maar kalmeerde snel toen ik hem bij me hield. Hij keek me indringend aan, net zo verbaasd als ik, alsof hij alles in zich op wilde nemen. Zo zaten we nog een tijdje in het bad. ‘O, liefje, liefje’ was het enige dat ik uit kon brengen, terwijl ik hem warm tegen me aan hield en af en toe wat warm water over zijn lijfje goot.
Op het bevalbed knuffelden we verder. De placenta kwam op tijd, de bloedingen stopten en ik hoefde geen prik, zoals ik hoopte. De verloskundige was nog bezig met mijn hechtingen, of de plaatselijke
verdoving werkte? Ik geloof het wel, ik was even ergens anders met mijn hoofd. Mijn mannetje sabbelde wat aan een tepel, geen idee of er al iets uitkwam. We kleedden hem lekker warm aan (het was begin
januari) en hij sliep lekker in de maxicosi want we konden wel weer naar huis.
Het mannetje lag vredig op mijn buik te slapen
Volgens ziekenhuisprotocol móest ik in een rolstoel vanaf de bevalkamer tot de uitgang. Toen ik beneden in het ziekenhuis mijn schoonouders zag, riep ik hen toe dat ik gewoon kon lopen, hoor! Op de
terugweg in de auto miste mijn schoonvader zomaar de afslag en alert als ik was, had ik dat meteen door. ‘Jou ontgaat ook niets’. Nee, zelfs nu niet, of juist nu niet. Ik was zo alert en vrolijk, ik stond
nog dagen stijf van de hormonen. Eenmaal thuis moesten we nog even wachten op de kraamverzorgster die die avond dienst had, het mannetje lag vredig op mijn buik te slapen terwijl ik met hem op de bank lag. Het mooiste wezentje dat ik ooit had gezien.
Je was niet te vroeg, je was al helemaal af, met lange nagels en al.