image

Vruchtwater op een festival: een unieke vroeggeboorte

De wens voor een groot gezin

Al sinds ik heel klein ben, weet ik dat ik graag een groot gezin wil. Na het ontmoeten van mijn man Roel, werd dat beeld steeds duidelijker en in mei 2014 besloten we dan ook om te gaan proberen zwanger te worden. In september 2014 lukte dat, maar helaas besloot de natuur dat het vruchtje niet sterk genoeg was en kregen we een vroege miskraam. Gelukkig raakten we in december van dat jaar weer zwanger.

Solo verloskundige

image

We wilden het geslacht van de baby niet weten en gingen op zoek naar een verloskundige die in haar eentje werkte, zoveel mogelijk een hands-off aanpak hanteerde en die daarnaast badbevallingen kon begeleiden. Dat zijn er niet zoveel in Nederland, dus we hebben de hele zwangerschap een uur reistijd gehad om bij haar te komen, maar dat hadden we er graag voor over.

De gesprekken met de verloskundige waren elke keer gezellig en we konden met onze vragen en ideeën goed bij haar terecht. Vaak hadden wij een onderwerp of vraag bedacht, waar zij dat in het gesprek spontaan al zelf mee kwam! De afspraken duurden een uur per keer en vonden soms bij haar thuis plaats, waardoor er een hechte vertrouwensband is ontstaan.

De zwangerschap verliep overigens prima, al vond ik de combinatie van fulltime werken en zwanger zijn best wel pittig van tijd tot tijd. Ik heb vooral heel erg veel geslapen en had gekke hoofdpijnen.

De kracht van evolutie

Ik had bedacht dat ik graag een badbevalling wilde, bij ons thuis in Den Haag. Ik wilde geen medicatie of ingrepen en per se niet naar het ziekenhuis. Ik hoopte te kunnen bevallen op een manier die past bij de intimiteit van het maken en krijgen van een kindje: met kaarsjes, een fijn muziekje, zo min mogelijk mensen en zo min mogelijk gedoe. Ik geloof meer in de kracht van duizenden jaren evolutie dan in de kracht van enkele honderden jaren medische wetenschap en had vertrouwen in mijn lichaam en zag het allemaal, vanaf het begin, prima zitten!

De baby was uitgerekend op 27 september, al had ik zelf het gevoel dat ons Boontje zich pas ergens in oktober aan zou dienen. Dat werd ietsjes eerder, zoals je hieronder kunt lezen…

Laatste festival van de zomer

Na een gesprek bij onze lieve verloskundige op woensdag, besluiten we donderdag 27 augustus om, zoals gepland, lekker nog een paar dagen met zijn tweetjes en een groep vrienden naar Psy-Fi Festival in Leeuwarden te gaan. Ik ben nu 36 weken zwanger, voel me goed, de baby zit nog erg hoog en ik heb nog geen enkel spoortje van voorweeën of iets dergelijks kunnen ontdekken.

Voor de zekerheid nemen we natuurlijk wel ‘de vluchtkoffer’ mee, met alle medische papieren en kleren voor mij en kleertjes voor de baby. Ook parkeren we het camperbusje zo, dat we in geval van nood, of als ik erg moe word, meteen weg kunnen. Het is best een endje rijden naar Leeuwarden vanuit Den Haag, maar we hebben goede moed en zin om onze ‘hobby’, festivals bezoeken, nog een keertje uit te kunnen voeren deze zomer.

“We hebben nog wéken”

We genieten erg van de muziek, lopen rustig wat rondes over het terrein, eten lekkere gerechten en kletsen met vrienden. Veel mensen vragen hoe lang we nog “moeten” en hoe het gaat en ik lach elke keer dat we nog wéken hebben en dat ik me heel goed voel. Ik heb het idee dat ik straal!

De dixies op het terrein zijn wel ongelofelijk smerig en ik heb meerdere keren het vermoeden dat ik wat urine verlies. Het voelt ook allemaal wat branderig, dus ik denk aan een beginnende blaasontsteking of aan een baby die op mijn blaas drukt. Ik heb af en toe wat harde buiken, vooral door onverwachts harde geluiden.

Zwemmen in een meertje

We blijven uiteraard bij de boxen van de podia weg, maar één van de eettentjes heeft zo’n bel en daar schrikken ik en mijn buik van! Uiteindelijk zwem ik nog heerlijk relaxed in het meertje voor het avondeten, leg mijn telefoon ergens aan een lader en kruip samen met man Roel rond 22 uur de camper in. We spreken met de vriendengroep af om met elkaar te ontbijten bij één van mijn favoriete artiesten, maar dat loopt uiteindelijk totaal anders…

Ik lek

Het is zaterdag 29 augustus. Rond 4 uur ‘s nachts word ik wakker met onwijze alertheid en een beetje kramp. De zoektocht naar een schone dixie strandt tussen twee auto’s en na het afvegen merk ik dat ik meteen weer lek. Terug bij de bus check ik m’n voor de zekerheid ingedane maandverband en zie dat er roze vloeistof in zit. Tijdens het checken loopt er bovendien nog meer vloeistof weg. Ik denk nog steeds, redelijk onbenullig, dat het een blaasontsteking zou kunnen zijn, maar voel me super alert en denk dus toch dat het ook meer zou kunnen zijn. Ik maak Roel wakker en ook die is meteen actief en alert. Zou het dan nu al gaan beginnen?

Verloskundige bellen

M’n telefoon ligt nog in de bus bij degene die hem opgeladen heeft, dus ‘t eerste doel is om daarbij te komen zodat ik nog even snel kan Googlen om te kijken wat de risico’s zijn van roze vochtverlies en wat het kan zijn naast gebroken vliezen. We besluiten naar aanleiding van deze zoektocht om de verloskundige wakker te bellen rond 4.10 ‘s morgens.

Zij geeft aan dat het verstandig is om naar huis te komen en dat ze me wil zien als we thuis zijn. De risico’s voor een kindje dat met deze termijn geboren wordt zijn vooral dat ze hun temperatuur moeilijk zelf op pijl kunnen houden en dat ze soms slecht drinken. Daarnaast hebben premature kindjes met deze termijn een grotere kans op geelzucht dan voldragen kindjes.

Protocol

Het protocol is eigenlijk om naar het ziekenhuis te gaan en daar te bevallen en de kleine een dag of meer te houden om glucose te meten, maar in overleg besluiten we het in ieder geval eerst thuis te gaan proberen. Ik heb nooit zo goed begrepen waarom de richtlijnen allemaal zo strak zijn: waarom zou ik met 36w1d níet thuis mogen bevallen en met 37w wel? Wat maken die zes dagen voor verschil? Maakt het niet veel meer verschil hoe de zwangere zich voelt en hoe de zwangerschap verlopen is? Het leek me echt helemaal niets om naar een ziekenhuis te gaan, de hele zwangerschap al niet, en dan al helemaal niet naar een ziekenhuis 2,5 uur van huis!

Ik heb er zin in!

Terug naar het verhaal… Ik heb op dit moment nog geen weeën en ben vooral alert en gefocust en erg enthousiast. Ik heb er zin in! Ik ben nog wel bang dat de bevalling niet op gang zal komen en dat we na 48 uur tóch naar het ziekenhuis ‘moeten’ omdat de kans op infectie groter wordt, maar die gedachten druk ik weg; er is van alles te doen voor het zover is!

Weeën tijdens de terugrit

We pakken de bus in, maken het regenzeiltje los van de andere busjes en schrijven “wij worden ouders!” voor de vriendjes waarmee we stonden. Daarna stappen we rond 5 uur in de auto en rijden weg uit Leeuwarden. Ik zit op de bijrijdersstoel en navigeer terwijl Roel rijdt.

Na een kwartier komt dan toch de eerste wee. Vooral in m’n rug heb ik er last van, het voelt alsof er veel druk zit net boven m’n heupbotjes aan beide kanten. Roel stopt bij een tankstation waar ik, naast diarree, ook nog een wee opvang op het toilet. Achteraf gezien vind ik dit de vervelendste wee van de hele bevalling: ik ben alleen, voel me niet prettig en had pas een paar weeën gehad om eraan te wennen.

Achter in de camperbus

Daarna kruip ik in bed achter in de bus terwijl Roel verder rijdt. Ik denk bij elke grote stad of ik het nog trek of dat we toch naar een ziekenhuis moeten. Ondertussen SMS ik de achtergebleven vrienden op het festival om te vertellen wat er aan de hand is en hou ik de verloskundige op de hoogte van de vorderingen.

Sommige weeën time ik, maar dan vergeet ik de volgende weer waardoor een patroon moeilijk te ontdekken is. Ik heb van te voren besloten me niet bezig te houden met tijd en tijdsduur en wil me daar eigenlijk ook gewoon aan houden.

Eindelijk thuis

Rond 7 uur komen we thuis aan na een toch best wel lange rit. Roel helpt me naar binnen en gaat dan de bus parkeren en uitpakken. Ik zit op de wc, moet spugen, en ben vooral erg warm en een beetje gedesoriënteerd. De verloskundige komt om half 8. Achteraf blijkt dat ze één van haar kinderen mee had genomen, in de auto, omdat ze dacht dat ze die nog wel even weg kon brengen. De vader van het vriendje waar de dochter heen zou gaan, is haar uit de auto komen ophalen, omdat het toch allemaal een stuk sneller liep dan verwacht.

De verloskundige vraagt me hoe het gaat en is even bij me maar laat me voor de rest m’n gang gaan. Ik vang weeën op op de wc, op handen en knieën op het badkamerkleed en op de bank in de woonkamer. Roel zet in tussentijd het bad op en zoekt de spulletjes bij elkaar.

Het water voelt ongelofelijk lekker

Tussen 8 en 9 uur kan ik dan eindelijk in bad. Eerst nog even douchen om het water en de viezigheid van het festival van me af te spoelen. Ik verzet me behoorlijk tegen het idee om te douchen, omdat staan me helemaal niet aanstaat, maar Roel overtuigt me van het belang om schoon ons kindje ter wereld te brengen. Het water in de douche en later in bad voelt ongelofelijk lekker en de weeën zijn meteen een stuk dragelijker.

Pijnstillende werking van alle hormonen

De verloskundige gaat aan de badrand zitten breien en tussen de weeën door kletsen we wat. Ook Roel is bij me en houdt m’n hand vast of strijkt me door m’n haar. Ik voel me geliefd en bijzonder en sterk. De pijn is heel dragelijk, al denk ik daar midden in een wee elke keer toch anders over. Tussen de weeën door voel ik duidelijk de sterke pijnstillende werking van alle hormonen.

Na een tijdje heb ik het gevoel dat de boel stagneert en dat er steeds meer tijd tussen de weeën zit. De verloskundige reageert hier een beetje lacherig op en denkt van niet. Ze lacht: “Als het op dit tempo doorgaat, krijg ik dit kindertruitje natuurlijk nooit afgebreid!”

Zelf toucheren

Ik vraag haar, een beetje onbenullig, of ik zelf van binnen mag voelen. We hebben het van te voren uitgebreid gehad over toucheren, dat ik dat, als het enigszins kon, absoluut niet wilde. Ik wilde geen verstoringen tijdens het baarproces en ik wilde het liefst in mijn eigen bubbeltje kunnen blijven.

Als ik voel, tref ik na een paar centimeter een hoofdje met haar! Het hoofdje voelt veel zachter dan bot, heel bijzonder. Dit geeft me mega veel motivatie om door te gaan en maakt me nog veel enthousiaster! Na een tijdje voel ik dat het hoofdje naar buiten komt, wat branderig aanvoelt langs de randen. Vooral het terugschieten van het hoofdje voelt niet fijn, maar nog steeds vind ik het allemaal dragelijker dan van te voren verwacht.

Persen op gevoel

Ik hou m’n hand de hele tijd bij het hoofdje om te kunnen voelen welke kant het op gaat en hoe ver het al is. Als het teveel brandt, hou ik even op met persen, om door te gaan als het weer minder branderig aanvoelt.

Na een half uurtje persen wordt eerst het hoofdje en daarna meteen de rest van het lijfje van ons kindje geboren. Van dit moment, en van geen enkel ander stukje van de bevalling, is een filmpje gemaakt! Ik vang haar zelf op vanuit hurkende positie en kan haar naar m’n borst brengen waar ze huilt en voor de eerste keer ademhaalt. Ze heeft een prachtige bos zwart haar en alles zit erop en eraan. Op dit punt denken we trouwens dat het een jongetje is! Niet goed gekeken naar het opgezwollen gedeelte.

Toch een dochter!

Na een half uurtje stap ik met haar in m’n armen wat moeizaam uit bad, de navelstreng is kort en zit niet fijn te schuren langs m’n vagina die wat gevoelig is. Ik ga op de bank liggen en geniet samen met Roel van ons prachtige kindje. We tellen vingertjes en teentjes en ontdekken dat het toch een dochter is. De hele zwangerschap wist ik vrij zeker dat we een meisje verwachtte en zelfs vóór de positieve zwangerschapstest dacht ik dat áls het die cyclus gelukt was, dat we dan een dochtertje zouden krijgen.

Onze prachtige dochter Vera, geboren na acht maanden zwangerschap, gevoelsmatig precies op tijd om 10.32 uur en geen dag te vroeg.

Placenta op de baarkruk

De navelstreng is dan uitgeklopt en kan worden doorgeknipt, de placenta laat nog even op zich wachten dus neemt Roel Vera bloot op zijn blote borst en krijg ik de placenta met wat moeite en wat hulp op de baarkruk. Hij lijkt intact. Daarna probeer ik Vera voor het eerst te voeden.

De verloskundige kijkt nog even of er niks kapot is bij me, wat gelukkig niet het geval is. Het voeden gaat nog niet echt, maar dat geeft niets op dit moment.

Zó goed te doen!

Rond 12 uur belt de verloskundige met de kraamzorg en bel ik mijn moeder met het grote nieuws. Die wil meteen langskomen om haar eerste kleinkind te ontmoeten. Roel belt zijn vader en ook die staat een paar uur later op de stoep. Ik voel me trots en stoer en op en top vrouw: mijn lijf is gemaakt om te baren en onze dochter is het prachtige resultaat van heel veel liefde en miljoenen jaren evolutie.

DSC_0437-e1455002135839

De verloskundige weegt en controleert Vera: 2670 gram en alles zit erop en eraan. Ik grap dat ik op deze manier wel een elftal van kinderen wil baren, het was allemaal zó goed te doen!

De verloskundige gaat rond 14 uur weg en we hebben een uurtje met z’n drieën. Voelt gelijk heerlijk zeker, ik heb er meteen vol vertrouwen in dat wij dit aankunnen. Een uur later staat de kraamzorg op de stoep, die Vera opnieuw wegen. Ik heb wat moeite met de hardhandigheid en wil haar liever niet uit handen geven, maar krijg haar gelukkig heel snel weer bij me. Samen met de kraamzorg probeer ik nog een keer te voeden, maar ik snap haar aanwijzingen niet helemaal en Vera is te moe.

Grootouders op bezoek

De grootouders komen rond 16 uur en zijn ontroerd en trots. M’n moeder komt met een hele mand cadeautjes voor mij en voor Roel, één cadeautje per dag voor de komende tien dagen. De kraamzorg gaat rond etenstijd weg en Roel bakt een groenteomelet voor ons. Daarna kruipen we met z’n drieën in bed. We maken Vera elke drie uur wakker door haar te verschonen. Ze draagt hydrofielen met een snappie en een mutsje. We trekken haar ook een veel te grote romper (maat 50) en een broekje aan, maar komen daar halverwege de nacht op terug.

Uitputtende verschoonsessies

Ze slaapt een paar uur in de co-sleeper, maar dat voelt voor ons allebei niet goed. Daarna dicht tegen me aan, huid op huid, lekker bloot. Het voelt veel fijner om haar bij me te hebben dan weg te leggen, ook voor Roel. Ze drinkt niet echt gedurende de nacht, mede doordat we haar wakker moeten maken door haar te verschonen: ze heeft veel vieze meconium en daardoor is het poetsen best een strijd. In die strijd verspilt ze dan alle energie die ze eigenlijk nodig heeft om te drinken.

We vinden de nacht allebei goed te doen, maar ik maak me wel zorgen over haar voedingen. Later horen we dat onze festival-vriendjes deze hele nacht hebben geproost en gedanst op ons en ons kleine wereldwondertje.

De borstvoeding een handje helpen

Het drinken blijft in de dagen daarna lastig omdat ze zo moe is, dus we huren een kolf bij het borstvoedingscentrum en ik kolf wat af en we geven dat haar na elke voedpoging via een fingerfeeder, een soort spuitje. Na vier dagen is dit gelukkig al niet meer nodig: ons meisje wordt sterker en valt niet meer af. We hebben haar nog steeds 24 uur per dag huid op huid, met alleen een hydrofiel als luier om of op ons.

Er komt allerlei bezoek in die eerste paar weken, alle trotse ooms en tantes en vrienden. Pas als Vera vier weken is wordt ze door iemand anders vastgehouden dan mij, Roel, of de verloskundige. Ik heb een beetje het ‘ze had nog in m’n buik gezeten’-principe gehanteerd tot die tijd.

Ik heb totaal geen last van de bevalling, de eerste dagen voelt het alsof ik te lang op de fiets heb gezeten, gewoon een beetje beurs, niks ernstigs. Het bloeden stopt ook al na twee weken, ik heb wat dat betreft echt geluk!

20151222_150040

Vera vijf maanden

Terwijl ik dit schrijf is Vera inmiddels vijf maanden. Ze is gegroeid als kool: er is niets meer aan haar wat wijst op een vroeggeboorte. Ze is van zwemmen in maatje 40, nu inmiddels uit maatje 68 aan het groeien. Ze ontwikkelt zich prima en is een hele tevreden, gezellige baby. Van flesjes afgekolfde moedermelk moet zich niets weten, dus ze drinkt nog steeds alle voedingen live bij mij.

Terugblik

We kijken beiden terug op een hele fijne bevalling. De rust die de verloskundige uitstraalde door naast het bad te gaan breien had op mij en Roel eenzelfde effect: “Als zij zit te breien, zal dit er allemaal wel bij horen.” We hadden daardoor beiden vertrouwen in elke stap van het proces.

Ik vind het zelf heel prettig dat de bevalling zo hands-off was: ik had volledig de regie en voelde me nooit gestoord maar wél gesteund, een knappe combinatie. Later hoor ik van Roel dat de verloskundige wel af en toe in het bad gekeken heeft met een spiegeltje en een lampje, maar dat is volledig langs mij heen gegaan.

Halve bevalling op de snelweg

Het was natuurlijk niet zo handig dat de halve bevalling zich op de snelweg afspeelde, maar het heeft denk ik ook voordelen gehad: ik kon mijn focus elke keer verleggen op het volgende dat ‘moest’. Eerst moesten we de verloskundige bereiken, daarna de bus inpakken, daarna naar huis rijden (“als we de Afsluitdijk maar over zijn, want ik heb geen zin om een item te worden in Hart van Nederland”), daarna thuis het bad opzetten en tot slot wachten tot het bad vol was. Daarna duurde de hele bevalling nog maar 1,5 uur. Door die verlegging van de focus, heb ik me totaal niet op de pijn gericht.

Bevallingspijn

Ik heb overigens altijd al geroepen dat bevallingspijn heel erg afhankelijk is van je interpretatie en ik sta daar nu nóg meer achter. Als je van te voren denkt dat het een hel wordt, dan verkramp je en zal het zeker weten een hel worden! Ik geef toe dat het soms best pijnlijk was, maar door de rust te bewaren en door de hormonen zijn (haar?) werk te laten doen, vond ik het een hele mooie, inspirerende, oerkrachtoproepende ervaring.

Wil je weten hoe het nu met Iris en Vera gaat? Kijk op www.eenmooigebaar.nl!

baarkruk thuisbevalling

Eerste kindje: vlotte bevalling op de baarkruk

Toen we besloten dat we graag samen een kindje wilden, ging het heel vlot. Ik had het geluk dat ik meteen zwanger was. De eerste maanden merkte ik duidelijk dat ik zwanger was door de misselijkheid. Vanaf de vierde maand was deze misselijkheid weg. Dit vond ik zelf een gekke periode, omdat je nog niks kon zien aan mijn buik en ik me eigenlijk weer precies zo voelde als voor mijn zwangerschap. Het enige wat me er elke dag aan herinnerde was het feit dat ik meedeed aan Moeders voor Moeders. Pas rond de 22 weken begon ik steeds duidelijker wat te zien en te voelen in mijn buik. En het besef dat er een klein mensje in mij groeide werd steeds concreter.

Zwangerschapsgym

In mijn laatste trimester besloot ik me op te geven voor zwangerschapsgym. Mijn voornaamste reden was om andere zwangeren in mijn directe omgeving te leren kennen. Ook vond ik het fijn om elke week echt heel duidelijk stil te staan bij het feit dat ik zwanger was. Het waren prettige lessen die mij goed hebben voorbereid op mijn bevalling. Tijdens deze lessen werd er ook besproken waar en hoe je wilde gaan bevallen, of je borstvoeding wilde gaan geven en wie er bij je bevalling zouden zijn. Voor mij waren dit geen vragen, want ik had al snel besloten dat ik thuis op de baarkruk wilde bevallen met mijn vriend en de verloskundige erbij. Ik had geen medische indicatie. Natuurlijk zijn er risico’s tijdens een bevalling, maar binnen tien minuten zou ik in het ziekenhuis kunnen zijn. En mijn moeder had ons toch ook alle vier gewoon thuis ter wereld gebracht zonder complicaties.

Geen twijfel over borstvoeding

Ook het geven van borstvoeding was geen vraag, maar meer een vanzelfsprekendheid voor mij. Ja natuurlijk geef ik borstvoeding, wat anders? Dat het zeker niet altijd lukt om borstvoeding te geven, had ik al vaak genoeg van mijn vader gehoord, die huisarts is en dit helaas veel tegen komt in zijn werk. Jammer, want het is naar mijn mening (en van vele anderen) zo waardevol om borstvoeding te geven. Niet alleen voor de voeding, maar ook voor het contact met je kindje. Maar als je al meteen te horen krijgt dat je tepels te klein zijn en je dus maar een tepelhoedje moet gebruiken nog voordat je daadwerkelijk borstvoeding hebt gegeven, of dat je moeder tegen je zegt ‘ach meid, jij bent toch ook groot geworden op de fles’, dan is het niet zo verwonderlijk dat het geven van borstvoeding lastiger is dan je denkt in onze maatschappij.

Geen enkel voorteken

Ik voelde me erg goed in de laatste maanden van mijn zwangerschap en ik kon nog lange tijd blijven klimmen, racefietsen en zwemmen. Met 30 weken hadden we een mooie kampeer en wandelvakantie in Frankrijk en met ruim 33 weken vlogen we voor een bruiloft nog even op en neer naar Sicilië. Daarnaast probeerde ik in de tussentijd een studie af te ronden. Kortom: ik was lekker druk en ik had geen enkel voorteken dat erop wees dat de bevalling zich eerder zou aandienen dan gedacht.

“Vandaag voor het eerst”

We liggen in bed. Ik ben 37 weken en 1 dag zwanger en mijn vriend vraagt of ik al aan de bevalling denk. Ik denk na: ‘Ja, eigenlijk vandaag voor het eerst’. Ik mag nu thuisbevallen, want dat mag in Nederland vanaf 37 weken zwangerschap. ‘Ik voel nog steeds niks dus het zal vast nog wel even duren’, zeg ik. Eigenlijk heb ik me tijdens mijn hele zwangerschap niet echt druk gemaakt om de bevalling. Er zijn al zoveel vrouwen me voor geweest. Het is laat, twaalf uur, we kletsen nog even en dan val ik al snel in slaap.

Zijn mijn vliezen gebroken?

Drie uur later, het is midden in de nacht, sta ik op om te plassen, zoals elke nacht. Ik wil weer in bed kruipen, maar voel ineens dat ik nog een keer moet plassen. Als ik op de wc zit, komt er wel heel veel plas naar buiten. Wat is dit? Zijn mijn vliezen gebroken? Nu al? Ik probeer wat op te vangen in een kan en zie dat het erg helder van kleur is. Ik ruik geen geur. Mmmm ik denk dat mijn vliezen gebroken zijn?! Maar verder voel ik niks bijzonders. Geen harde buiken, geen weeën. Dus ik kruip maar weer in bed.

Heb ik weeën?

Thomas is in een diepe slaap. Ik draai wat onrustig op mijn zij. Voel ik toch iets. Gespannen raak ik mijn buik aan. Niks, of toch een wee? Ik wacht, maar er gebeurt niks. Na een tijdje voel ik een soort samentrekking in mijn buik. Ik pak mijn telefoon erbij om eens precies op te zoeken hoe een wee nou kan voelen. Ik struin het internet af. Het zouden heel goed voorweeën kunnen zijn, maar mijn vliezen zijn heel waarschijnlijk gebroken dus dan kan de bevalling niet lang meer duren. Toch kan het heel goed pas morgen doorzetten.

Ik probeer weer te gaan slapen, maar voel al snel steeds vaker mijn buik samentrekken. Een uur later om vier uur maak ik Thomas toch maar wakker. ‘Ik denk dat mijn vliezen gebroken zijn en misschien zijn de weeën begonnen’, zeg ik. Hij kijkt slaapdronken om zich heen en vraagt of ik niet gewoon naar de wc moet. Dus ik sta op en ga nog maar een keer naar de wc.

Ik zit net of ik voel toch een heftige pijnscheut door mijn lichaam gaan. Ik roep Thomas, die inmiddels toch al het een en ander in ons kleine huisje aan het verplaatsen is. ‘Je moet timen’, zeg ik.

Regelmatige weeën

De weeën komen nu al om de 4 minuten en regelmatig. Wat doen we? De verloskundige bellen?

Thomas belt en overlegt of ze al moet komen. ‘Ik kom wel even kijken hoe het gaat’, zegt ze. Inmiddels ben ik weer in bed gaan liggen. Dan tril ik over mijn hele lichaam.

De weeën worden heftiger. Bij elke wee roep ik Thomas naast me. Zijn hand vasthouden en erin knijpen geeft me steun. Pijn doet het zeker. Ik heb moeite om mijn ademhaling goed onder controle te krijgen. Gelukkig hebben we samen bij zwangerschapsgym een avond partner puffen gevolgd. Pf-pf-pf-pf-pffff doet hij en ik doe hem na. Het helpt.

De verloskundige arriveert

Inmiddels is het half zes en de verloskundige arriveert. De weeën volgen elkaar intussen continue binnen de drie minuten op. Ze gaat op de rand van het bed zitten en vraagt hoe ik me voel. Ja mmm hoe voel ik me?

‘De weeën zijn best heftig, maar verder gaat het wel’, zeg ik. Ahhhh daar komt weer een wee en ik roep Thomas. Hij pakt mijn hand en streelt me over mijn gezicht.

“Heb je geen persdrang?”

Ik zal eens even voelen hoe ver je bent, zegt de verloskundige. Ze voelt en kijkt me verwonderd aan. ‘Heb je geen persdrang?’, vraagt ze dan. ‘Je hebt namelijk volledige ontsluiting!’

Nee of eigenlijk ja nu je het zegt, en meteen voel ik de eerste perswee opkomen zetten. Zo heftig, jeetje zeg. Ik vergeet weer goed te ademen en ik roep Thomas. Ok pf-pf-pf-pf-pf-pfffff daar gaan we weer. Concentreren op mijn ademhaling.

Baarkrukwens

De perswee neemt af en ik heb heel even een moment van pauze. Ik zeg haar ondertussen waar alles ligt voor de bevalling. De verloskundige zet alles snel klaar. Ze haalt de baarkruk nog uit de auto, want dat had ik van tevoren bedacht om op de baarkruk te bevallen. Een beetje hulp van de zwaartekracht, dat leek mij wel wat. In veel plekken op de wereld bevallen vrouwen hurkend en dat zal wel een goede reden hebben.

Dan komt de volgende wee alweer. ‘Wil je op de baarkruk bevallen’, vraagt de verloskundige. ‘Nee, ik kan niet uit bed komen’, denk ik. Ik voel dat ik op dit moment al mijn kracht nodig heb om me te concentreren op de weeën. Dus ik blijf op bed liggen en probeer me op mijn ademhaling te concentreren. Weer komt er een perswee. Ik kan de oerkreten niet onderdrukken die tijdens het persen door mijn mond naar buiten komen.

Het hoekje om

Dan zeggen zowel Thomas als de verloskundige dat ik mijn adem zoveel mogelijk moet sparen zodat ik de wee goed kan opvangen door te puffen. Ik probeer het en het helpt! Ik pers en ik pers elke keer als de wee komt. Toch lukt het me niet goed om door de pijn heen te persen. ‘Ik kan niet’, roep ik. ‘Jawel’, zegt de verloskundige. ‘Toe maar, pers, pers’, roept ze als er weer een perswee opkomt. Ik probeer door de pijn heen te persen, maar ik heb moeite mijn baby het hoekje om te persen, zoals de verloskundige dat noemt.

De baarkruk voelt veel beter dan op bed

‘Ga toch maar op de baarkruk’, zegt de verloskundige. Ja, denk ik, het lukt me zo niet. Het lukt wonderwel om uit bed te stappen en ik ga op de kruk zitten. Thomas gaat achter me zitten en na elke perswee kan ik even heerlijk tegen hem aanhangen. Wat fijn, wat goed, het is zwaar, maar dit voelt veel beter zo. Wat een geweldige steun biedt hij.

Daar komt weer een goede perswee en ik voel dat de zwaartekracht me helpt. ‘Het hoofdje staat’, hoor ik de verloskundige op de achtergrond zeggen en ik voel dit heel duidelijk. Ik voel niks anders meer dan die laatste perswee. Nu moet ik persen! Ja ik kan het! Bijna mag ik mijn kindje in mijn armen nemen.

Een klein grijs gnoompje

Ik pers, en voel het hoofdje naar buiten glijden. Daarna volgen de schoudertjes…plop….plop….en dan ineens heb ik mijn kindje in mijn armen nog grijs en glibberig van het geboorte vet (vernix). Een klein grijs gnoompje, daar had niemand ons op voorbereid. Ze geeft een harde gil en kijkt me dan met grote ogen aan.

Met z’n drieën

Het is zeven uur ‘s ochtends. Wie had dat gedacht. Om drie uur ‘s nachts werd ik wakker en vier uur later ben ik moeder. Wat een prachtig wonder, ik huil van geluk. Wat mooi, wat fijn! Daar zitten we dan op de baarkruk met z’n drieën. Thomas met zijn armen om mij heen en ik in mijn armen ons kindje.

‘Willen jullie niet weten wat het is’, vraagt de verloskundige. O ja dat weten we nog niet. ‘Het is een meisje’, zegt ze. En met ons meisje op mijn borst kruip ik het bed op. Al snel hapt ze en ik leg haar vrijwel meteen aan. Ze drinkt krachtig en de verloskundige en kraamzorg staan wat verbaasd te kijken. Drie weken te vroeg en toch zo krachtig meteen aan de borst. Ik straal. ‘Je ziet eruit alsof je zo op de fiets kan stappen’, zegt Thomas een uurtje na de geboorte. Zo voel ik me ook. Ik voel me totaal niet moe, nee ik voel me juist sterk en euforisch. We hebben een kindje samen, wat prachtig!

Lees hier het verhaal van Louise’s tweede bevalling.

pregnant woman

Vol vertrouwen bevallen van een stuitbaby

Omdat ik tijdens mijn eerste zwangerschap een hoge bloeddruk had, werd ik bij mijn tweede zwangerschap direct preventief doorverwezen naar het ziekenhuis. Daar zou ik gedurende mijn gehele zwangerschap regelmatig worden gecontroleerd door de gynaecoloog zodat ze direct zouden kunnen ingrijpen, mocht dat nodig zijn. Gelukkig bleef mijn bloeddruk gedurende deze zwangerschap mooi normaal.

Bijzonder avontuur

Toch werd ook deze zwangerschap een heel bijzonder avontuur. Vanaf ca. week 20 werd op de echo duidelijk dat onze mini verkeerd om lag. Ze lag met haar koppie onder mijn ribben en haar voetjes onderin mijn buik. De gynaecoloog gaf aan dat ze nog alle tijd had om te draaien, dus ik maakte mij er vooralsnog niet druk om.

Regelmatige controles

Ik had een kleine buik met weinig vruchtwater en ons kleintje groeide ook wat minder goed, daarom werden de controles vanaf week 25 opgevoerd naar elke 2 weken. En telkens weer zagen we daar een prachtig kloppend hartje, een mooi klein koppie en lieve kleine voetjes, maar nog steeds ‘verkeerd om’.

Rond week 32 kon ik haar ook van buitenaf precies voelen. Elke ochtend checkte ik even of haar hoofdje niet toch naar beneden was gedraaid, maar helaas. Het voelde hierdoor ook echt anders dan mijn eerste zwangerschap. Daar had ik nergens echt last van, maar nu zat het op een gegeven moment niet zo lekker meer met haar hoofdje precies onder mijn ribben en als ze trappelde voelde ik dat dus onder in mijn buik.

Keizersnede of vaginaal?

Ik heb rond deze tijd al met de gynaecoloog besproken hoe het zou gaan als ze in stuitligging geboren zou worden. Nu was aan mij de keuze, wilde ik via de natuurlijke weg bevallen of via een geplande keizersnede? In Nederland laten ze deze keuze bij de moeder als de voorwaarden goed zijn, in het buitenland wordt vaak standaard een keizersnede uitgevoerd bij een stuitligging.

Ik was als de dood voor een keizersnede, dus hoefde ik niet lang na te denken. Mede ook omdat mijn eerste bevalling goed was verlopen en dit een klein kindje was, had ik er alle vertrouwen in dat ze er achterstevoren ook wel goed uit zou moeten kunnen komen.

Stuitbevallingsfilmpjes en moxasticks

Ik wilde precies weten wat me te wachten stond en heb veel stuitbevallingsfilmpjes op internet bekeken, gelezen over de risico’s en het verloop van zo’n bevalling. Helaas werd mij verteld dat er vaak wel standaard een knip wordt gezet bij een stuitbevalling, dat wilde ik absoluut niet!

Toen ze in week 36 nog precies zo lag, wist ik eigenlijk wel zeker dat ze niet meer spontaan zou gaan draaien. Ik heb nog via de alternatieve weg geprobeerd haar zover te krijgen, door een week lang dagelijks met brandende moxasticks naast m’n kleine teentjes te zitten. Maar tevergeefs.

Een geplande inleiding vanwege een groeiachterstand

Omdat ons kleintje niet zo goed meer groeide en mijn placenta al een beetje op leek te zijn, zou ik met 37 weken ingeleid worden.

De dag voor mijn ziekenhuisopname, het was een zondag, heb ik wel nog een uitwendige draaipoging laten doen door een ervaren verloskundige in het ziekenhuis. Dit vond ik een heel nare ervaring, het voelde zo onnatuurlijk, er was zo weinig ruimte in mijn buik en op de echo was te zien dat onze mini er flink van in de stress raakte. Er was ook weinig beweging in te krijgen, ze floepte steeds terug in haar oude positie, met haar koppie onder mijn ribben. Na 15 minuten proberen zijn ze gestopt. Toch lukt zo’n draaipoging bij veel stuitbaby’s wel, dus ik heb geen spijt dat ik het geprobeerd heb.

Melden in het ziekenhuis

Op maandagochtend moest ik mij samen met mijn vriend om 8.00 uur melden in het ziekenhuis op de Afdeling verloskunde. Onze oudste dochter van bijna 3 logeerde bij mijn ouders. Heel de verloskunde-afdeling was in rep en roer, want het was ruim een jaar geleden dat er een stuitbevalling had plaatsgevonden in dit ziekenhuis en alle verpleegkundigen en verloskundigen in opleiding die dienst hadden wilden er graag bij zijn.

Het leuke was dat ik op precies dezelfde verloskamer kwam te liggen als bij mijn eerste bevalling. Die was supergoed verlopen, wel met behulp van weeënopwekkers omdat ook mijn oudste met 37 weken niet meer goed groeide en ze daarom eerder moest komen. Maar aan die bevalling had ik heel goede herinneringen, dat gaf me nu ook vertrouwen.

Beginnende menstruatiepijn

Ik kreeg vrijwel direct een gel ingebracht die ervoor zou zorgen dat de ontsluiting op gang kwam. Ik kreeg een band om mijn buik waaronder een weeënmeter en een hartslagmeter werden geplaatst zodat op de aangesloten monitor constant de baby in de gaten werd gehouden. Rond een uur of 10.00 voelde ik dat mijn baarmoeder een klein beetje ging samenknijpen, een beetje als beginnende menstruatiepijn.

Omdat er verder nog niet veel leek te gebeuren mocht ik van de monitor af en heb ik met mijn vriend rond 13.00 uur geluncht beneden in het restaurant van het ziekenhuis. Het was een gek idee dat er binnen niet al te lange tijd weer een klein mooi mensje bij ons zou zijn, dat we haar bijna konden zien en vasthouden.

De bevalling laat op zich wachten

Helaas zetten de weeën niet door en vorderde de ontsluiting ook niet.

De gynaecoloog vertelde dat wanneer een kindje normaal ligt, dus met het hoofd naar beneden, ze met ca. 2 centimeter ontsluiting de vliezen kunnen breken en direct met wee-opwekkers via het infuus kunnen starten, waardoor de bevalling snel op gang komt. Zo ging dat ook bij mijn eerste bevalling. Maar bij een stuitligging doen ze dat liever niet, omdat ze de hele bevalling geleidelijker willen laten verlopen. Billetjes of voetjes dalen namelijk minder makkelijk in of geven minder druk op de baarmoedermond, daarom was het beter de vliezen zo lang mogelijk heel te laten, zodat die als een soort ballonnetje druk konden geven op de baarmoedermond en de ontsluiting op die manier zou vorderen.

We spraken af dat we de volgende ochtend verder zouden gaan met inleiden. Ik werd rond 16.00 uur naar een eigen kamertje gebracht op de kraamafdeling, waar ik een nachtje kon slapen.

Ik heb er alle vertrouwen in

Van slapen kwam maar weinig terecht. Ik zat vol adrenaline en was in mijn hoofd continue bezig met hoe de bevalling zou gaan verlopen. De verpleegkundigen kwamen regelmatig even aan mijn bed om te vragen hoe het ging en ze vertelden dat er de dagen dat ik in het ziekenhuis was ook een OK-team stand by stond, voor het geval het toch een spoedkeizersnede zou worden. Er werd mij verteld dat ik 50% kans had op een gewone bevalling, wanneer er ook maar iets niet zou vorderen of de baby zou in nood komen, dan zou ik direct naar de OK gebracht worden. Maar ik had in mijn hoofd dat het mij ging lukken, zelf, zonder kunstgrepen. Ik had er alle vertrouwen in, al was ik nog zo gespannen.

De volgende dag

De volgende ochtend, het was inmiddels dinsdag, werd ik meteen weer aan de monitor gelegd en kreeg ik een ontbijtje, ik had trek en dorst, het was zo warm op die kraamafdeling, ik lag er te zweten terwijl het begin februari was. Rond 10.00 uur kwam mijn vriend bij me, hij had de nacht thuis geslapen en wel een goede nacht gemaakt. Rond die tijd kreeg ik voor de tweede keer gel ingebracht en heeft een dienstdoende verloskundige mij ‘gestript’. Ze maakte met haar vingers de vliezen een beetje los van de baarmoedermond, dit zou de ontsluiting moeten bevorderen.

Douchen met weeën

Rond 15.00 uur zetten de weeën door. Ik kon even lekker op een krukje onder de douche zitten, dat was lekker, even wegdoezelen, helemaal in mezelf, met de warme douche op m’n buik.

Toen ik weer op mijn kamertje lag – op mijn zij met mijn knieën opgetrokken vond ik ’t het fijnst – kwam een verpleegkundige langs om te vertellen wat de beste bevalhouding is bij een stuitbevalling. Omdat de gynaecoloog er goed bij moet kunnen voor eventuele noodgrepen, was er geen andere optie dan op mijn rug te liggen. De verpleegkundige oefende met mij hoe ik straks, wanneer ik mocht persen, mijn bekken zo wijd mogelijk kon maken door mijn knieën helemaal naar mij toe en opzij te trekken, op die manier zou de doorgang voor de baby het makkelijkst zijn.

Mijn vriend moest lachen om alle commotie en goed bedoelde adviezen, ik vond het alleen maar fijn en superlief en het gaf me nog meer vertrouwen in alle mensen om me heen.

Toch wee-opwekkers

Om 20.30 uur had ik zo’n 7 centimeter ontsluiting en ging ik terug naar weer diezelfde verloskamer. Mijn vriend, de gynaecoloog, een verpleegkundige en een verloskundige in opleiding waren er bij. Daar werden de weeën heftiger maar ook onregelmatiger, dus besloot de gynaecoloog rond 23.00 uur toch wee-opwekkers via het infuus bij te geven.

Dat viel me even tegen zeg! Opeens waren daar weer die superheftige weeën die ik herkende van mijn eerste ingeleide bevalling. Ze kwamen direct om de 2 minuten en waren erg fel. Toch wist ik dat het vanaf nu snel zou gaan, de laatste centimeters zijn het heftigst, maar dan ben je er ook bijna. Ik werd er helaas wel even misselijk van en moest overgeven, maar dat luchtte ook wel op eigenlijk.

Mijn soort van mantra

Omdat ik wist dat ik er bijna was, heb ik geen pijnstilling gevraagd. Dit was heel heftig, maar ik kon de weeën, liggend op mijn zij, flink zuchtend en blazend, goed doorstaan. Ik heb nooit een bevalcursus gedaan, maar had van mijn tante de tip gekregen de volgende zin als een soort van mantra in mijn hoofd te prenten: “Zakken en openen, zakken en openen.”

Los die buik, los dat bekken

Bij mijn eerste bevalling heb ik wel gekozen voor pijnstilling de laatste 3 uurtjes: een infuuspompje met remifentanil, omdat ik toen van begin tot eind aan de wee-opwekkers lag en ik dat op een gegeven moment zo heftig vond, dat ik de pijn toen nog maar moeilijk kon opvangen. Door de remifentanyl werd ik een beetje stoned en haalde het net de scherpe kantjes van de weeën af. Maar nu deed ik het dus zonder en dacht alleen maar “zakken en openen”, hahaha, dat werkte prima om me van onder te kunnen ontspannen, hup, los die buik, los dat bekken en gaan!

Persweeën wegpuffen

Op het moment dat de persweeën begonnen, rond 00.30 uur, moest ik die nog ruim een half uur wegpuffen, omdat de gynaecoloog aangaf dat het bij een stuitligging belangrijk is pas te gaan meepersen als het kindje al voor het grootste deel door het geboortekanaal heen is. Dat was even een pittige klus, zulke heftige persweeën waar je niet aan mag toegeven, maar daarna ging het supersnel.

De dienstdoende gynaecoloog had mij gerustgesteld dat zij niet zomaar een knip zou zetten als dat niet nodig zou zijn, iets waar ik ontzettend opgelucht over was. Dat gaf me meteen ook de moed om goed mee te gaan persen met de weeën zodra het mocht.

De geboorte

Ik had het hoofdeind iets rechterop en mijn vriend steunde mij in mijn rug zodat ik zelf mee kon kijken. De vliezen braken en na 2 flinke persweeën waarin ik actief mee mocht persen kwamen haar billetjes al tevoorschijn. De derde perswee liet even op zich wachten, waardoor ik er een beetje maf bij lag, met een halfgeboren dubbelgeklapt kindje tussen mijn benen.

De gynaecoloog zei dat ze bij de volgende wee geboren zou worden. Ik was nu al zo blij en opgelucht dat ik, terwijl ze er dus nog niet eens helemaal uit was, heel enthousiast riep: “Nou jongens, dit is dan Evi!” We moesten er allemaal om lachen dat ik zoiets riep in het heetst van de strijd. De verloskundige in opleiding stond klaar om mee te duwen boven mijn schaambeen, voor als het hoofdje zou blijven steken. Toen kwam de derde perswee en werd ze, om 1.10 uur ’s nachts, heel soepeltjes, zonder te hoeven duwen of trekken, geboren.

Geen knip of scheurtje

De gynaecoloog heeft eigenlijk niets hoeven doen, pas op het laatste moment heeft ze haar opgevangen en op mijn buik gelegd. Wat een bizar gezicht toen ons kleintje er dubbelgeklapt met haar billetjes eerst en haar beentjes gestrekt langs haar gezichtje uit kwam! En ik was ook helemaal heel gebleven, geen knip, geen scheurtje, niks. Fantastisch!

Ik voelde me zo sterk!

Evi werd meteen op mijn buik gelegd, ze huilde niet echt, maar ademde wel meteen goed en had een mooi roze kleurtje. Mijn vriend mocht de navelstreng doorknippen. Zo’n mooi moment! Ik was heel emotioneel, ontzettend opgelucht en boven alles supertrots dat het was gelukt! Ik voelde me zo sterk!

Na ongeveer een half uur kreeg ik een injectie in mijn been om ervoor te zorgen dat de placenta goed zou loslaten, met wat duwen op mijn buik kwam die er ook uit en was duidelijk te zien dat die helemaal op was, verkalkt en slecht doorbloed. Ik was zo dankbaar en blij met de fijne begeleiding van de gynaecoloog, ze heeft het goed ingeschat dat Evi buiten de buik uiteindelijk beter af was dan er in met 37 weken, ze woog 2500 gram.

Alsof ze op een stoeltje zat

Na een uurtje ongeveer werd Evi nagekeken door de verloskundige. We moesten zo lachen want doordat ze haast 20 weken dubbelgeklapt in mijn buik had gezeten, staken haar beentjes nu in een hoek van 90 graden gestrekt naar voren, alsof ze op een stoeltje zat, zo grappig.

Mijn vriend had inmiddels mijn moeder en zijn moeder uit bed gebeld, zodat ze, gezellig midden in de nacht, in het ziekenhuis ons kleine meisje konden komen bewonderen. In een warm dekentje gerold lag onze Evi daar in de armen van twee trotse en ontroerde oma’s. Rond 5.00 uur ’s ochtends had ik lekker gedoucht en werd ik met Evi naast me in een wiegje terug naar de kraamafdeling gebracht.

Naar huis

De volgende dag, woensdag, mochten we rond 13.00 uur lekker naar huis. Mila, onze oudste, was nu grote zus en vond het de eerste paar weken maar niks dat Evi er was. Ze heeft erg moeten wennen. Dat is na verloop van tijd helemaal goed gekomen nu zijn ze gek op elkaar.

Gelukkig kon Evi na een week of 3 haar beentjes goed buigen en als een kikkertje optrekken, haar heupjes zijn nog nagekeken of er geen dysplasie zou zijn – dat gebeurt vaak bij stuitbaby’s – maar alles was in orde.

Het voordeel van vertrouwen

Zes weken na de bevalling kwam ik op nacontrole bij de gynaecoloog die mijn bevalling heeft begeleid. Ze moest nog lachen om het feit dat ik de naam al riep terwijl ze er nog niet helemaal uit was. Ze zei dat ze er vanaf het begin ook alle vertrouwen in had gehad dat deze stuitbevalling goed zou verlopen omdat ze vond dat ik er zo zelfverzekerd en vol vertrouwen in ging. Ze zei dat wanneer je als aanstaande moeder twijfelt of angst hebt, dat een bevalling echt kan afremmen. Vol vertrouwen en zonder teveel nadenken, maar echt op gevoel en in jezelf keren heeft er bij mij voor gezorgd dat ik op een heel fijne manier ben bevallen.

Onze dochter, Evi, is inmiddels 2 jaar en ik ben nog steeds trots op ons dat we zo’n spannende klus toch maar mooi gefikst hebben samen.

img_1072

Van angst naar liefde

Angsten

Mijn hele leven ben ik al bekend met angsten. Angst om alleen de stad in te gaan, bijvoorbeeld. Angst om de controle te verliezen. Angst eigenlijk om op mezelf te vertrouwen. In mijn studententijd was ik er zó klaar mee, dat ik de angsten heb weggestopt, genegeerd. Waarna ze natuurlijk in volle hevigheid weer terug kwamen. Na een periode van intensieve therapieën (onder andere RET, psychotherapie en EMDR) had ik langzaam weer wat meer vertrouwen in mezelf gekregen en verdwenen de angsten naar de achtergrond. Er kwam tevens een heel sterk gevoel boven borrelen dat ik niet van mezelf kende: ik wilde moeder worden.

Loslaten en vertrouwen

Vrijwel direct toen ik ontdekte dat ik zwanger werd, kwam de angst weer terug. Aan de bevalling durfde ik niet te denken, laat staan erover praten. Ik kende de bekende horrorverhalen van vriendinnen, van tv. En dat beeld klopte helemaal niet met hoe ik mijn zwangerschap ervoer. Ik voelde me vrouwelijk en sensueel, verbonden met andere zwangeren over de hele wereld. Ook voelde ik een oergevoel, diep in mijn buik. Ik voelde me aangetrokken tot de natuur. Maar ook ervoer ik diepe angst. Bang voor wat er komen zou, angst voor de bevalling. Alhoewel ik meteen voelde dat het een goede zwangerschap was met een gezond kindje, wist ik ook dat ik ‘overgeleverd’ was aan wat er komen zou. Ik had er geen enkele controle of invloed op. Ik moest loslaten en vertrouwen. En dat vond ik zo ontzettend moeilijk.

Ontspannen

Niets gebeurt zomaar. Daar ben ik van overtuigd. Dat ik bijvoorbeeld direct zwanger was, iets wat ik totaal niet verwachtte. Dit kindje wilde heel graag geboren worden. En ook dat ik mij zo kwetsbaar en ‘open’ voelde. Blijkbaar had ik nog een appeltje met mezelf te schillen. Ik had moeite om mee te gaan in het hectische leven van alledag. Autorijden werd voor mij op een gegeven moment een te grote opgave, net zoals het bezoeken van volle winkels of het dealen met harde deadlines. Ik voelde mij veel beter bij cocoonen, ontspannen, in de natuur aanwezig zijn.

Ik wist inmiddels dat het wegstoppen van dit kwetsbare gevoel niet de juiste weg is. Ik besloot daarom, hoe moeilijk ik dat ook vond, er dan maar vol in te gaan en mijn angsten in de ogen te kijken. Ook om ons kindje een zo fris mogelijke en liefdevolle start te geven, ik wilde mijn ‘shit’ niet doorgeven aan hem of haar. Ik ben aan een intensieve training begonnen waarin gewerkt werd met o.a. familieopstellingen en lichaamswerk. Om met vertrouwen naar de bevalling toe te leven, besloten mijn vriend (Koen) en ik daarnaast om op zoek te gaan naar een doula en hebben we gekozen voor hypnobirthing.

Van de eerste beval je in het ziekenhuis

Koen moest erg wennen aan het idee van een doula (en dus een extra persoon bij de bevalling). Maar hij voelde ook mijn angst en wist dat een goede doula mij zou kunnen helpen. Na de eerste ontmoeting met Gieske was hij helemaal om. Ze verzekerde ons dat zij niet in de plaats zou komen van Koen, ze zou hem juist ondersteunen en leren hoe hij mij tijdens de bevalling het beste kon helpen. Waar ik wilde bevallen, vroeg Gieske. Omdat ik zo opzag tegen de bevalling had ik daar niet over na durven denken. In het ziekenhuis, antwoordde ik dus maar, want dat doet iedereen toch bij de eerste? En ik had ooit iets gehoord over een onderzoek, waaruit blijkt dat thuis bevallen van de eerste veel risicovoller is dan in het ziekenhuis. Maar als je diep in mijn hart zou kijken, voegde ik eraan toe, dan zou ik het liefst in mijn eigen huis bevallen. Ik heb een hekel aan ziekenhuizen en voel me daar nooit op m’n gemak. Thuis leek me zoveel fijner.

Natuurlijke bevalling in het water

Naarmate mijn zwangerschap vorderde, raakte ik er meer en meer van overtuigd (ik voelde, want denken over de bevalling vond ik nog steeds eng) dat de bevalling een natuurlijk proces zou moeten zijn. Moeder natuur heeft ons vrouwen zo gemaakt dat wij in staat zijn om in 9 maanden een kind te voldragen en om dit zonder medisch ingrijpen op de wereld te zetten. Gieske gaf me boeken mee over natuurlijk bevallen (“Genieten van je bevalling” en “Vrije geboorte”). Ik was eerst huiverig om ze te lezen, was bang voor de horrorverhalen. Maar toen ik ze las viel ik haast van m’n stoel! Ik las wat ik al die tijd zelf al voelde en ervoer: bevallen is een natuurlijk proces en het kan in een warme en liefdevolle setting, in alle rust. Dat is wat ik wilde! Die boeken, met positieve bevallingsverhalen, hebben mij zo’n enorm vertrouwen gegeven. Als ik het even niet meer zag zitten, las ik weer een paar bladzijden.

Ik begon mij meer en meer te verdiepen in thuis bevallen. Wat waren de risico’s? Ik leerde dat er een nieuw onderzoek is waaruit bleek dat thuis bevallen net zoveel risico met zich meebrengt als in het ziekenhuis bevallen. Daarnaast las ik ook dat het heel belangrijk is dat je je op je gemak voelt tijdens de bevalling, dat je je geborgen en veilig voelt, dat je privacy wordt gerespecteerd en dat je niet opgejaagd wordt. Zodoende maakt je lichaam de goede hormonen aan die je helpen bij de bevalling.

Voor mij werd het dus steeds duidelijker: ik wilde op mijn manier thuis bevallen, in een geboortebad.

“Weet je dat wel zeker?”

De beslissing om thuis te bevallen was niet enkel en alleen ingegeven door mijn ratio (zoals ik voorheen altijd beslissingen nam). Ik had me weliswaar goed ingelezen, de risico’s afgewogen en de voors en tegens tegen elkaar afgezet, maar het was voornamelijk een diep innerlijk voelen: ik kan mijn kindje thuis de bevalling geven die voor hem en mij het beste is. Dit voelde heel goed. Ik vond het erg moeilijk, en jammer, daarna te ervaren dat ik die beslissing keer op keer moest uitleggen en verdedigen. De reacties gingen van ‘Dat hoor je niet zo vaak’, ‘Wat bijzonder’, naar ‘Weet je dat wel zeker?’, ‘In het ziekenhuis ben je toch in goede handen?’, ‘Wat als er iets misgaat thuis?’. Alsof ik een onnodig risico zou lopen door thuis te bevallen. Terwijl ik naar mijn idee en gevoel JUIST koos voor de meest veilige manier van bevallen. Thuis zou ik mij het meest op mijn gemak voelen, waardoor mijn lichaam kon doen wat het moest doen en ik hopelijk zonder complicaties geboorte kon geven aan mijn kindje. Het was erg moeilijk, maar ook heel leerzaam, om bij mijn gevoel te blijven en om achter mijn beslissing te blijven staan, wat anderen daar ook van vonden.

Positieve flow

Het vertrouwen in mijn lichaam en in de bevalling begon te groeien. Dit kwam door de positieve verhalen die ik las en door mijn eigen weg te kiezen, die helemaal eigen en goed voelde. Onze doula heeft ons fantastisch ondersteund daarbij. Ze deed met Koen en mij een meditatie op het thema vertrouwen en leerde Koen allerlei technieken waarmee hij mij tijdens de bevalling zoveel mogelijk kon laten ontspannen. Ik ben zo blij en dankbaar dat Koen er zo goed bij betrokken werd (en dat hij er zelf ook open voor stond): de zwangerschap voelde nu echt aan als iets van ons samen.

Ik zorgde ervoor dat ik in de positieve flow bleef door horrorverhalen zoveel mogelijk te vermijden. Ik las bewust niets over de ruggenprik of andere pijnmedicatie, vermeed mainstream bladen, ging niet zoeken op internet. Als mensen er tegen mij over begonnen, dan zei ik dat ik dat liever niet wilde horen. Dat klinkt misschien als vermijden, maar het hielp mij enorm om het positieve voor ogen te houden. Ik deed bovendien geen gewone ‘pufcursus’, maar een hypnobirthingcursus. Daardoor leerde ik het positieve naar de voorgrond te halen en al het andere naar de achtergrond, als het scherpstellen van een camera. Ik wist dat die achtergrond er was (had ook een geboorteplan gemaakt voor het ziekenhuis), maar focuste mij vooral op mijn eigen droomscenario.

Ziekenhuis

Ons vertrouwen werd in mijn 33e zwangerschapsweek behoorlijk op de proef gesteld. Ik kwam in het ziekenhuis te liggen met vroegtijdige weeën. Ik had gedurende de gehele zwangerschap al het gevoel dat ons kindje eerder geboren zou worden (mijn intuïtie was zo sterk die periode), maar zo vroeg was echt niet de bedoeling. Het zou bovendien een thuisbevalling in de weg staan. We werden direct naar een verlossuite gebracht (Help! Dat is niet de bedoeling!). Ik zag verschillende zusters, gynaecologen, arts-assistenten (soms wist ik niet eens wie nu wat was). Ik verloor wat bloed en mijn cervix bleek al iets verkort te zijn. Ik werd aan CTG-scan gelegd en het hartje van het kindje werd in de gaten gehouden. De gynaecoloog twijfelde of hij mij weeënremmers moest geven of niet. Volgens ‘het protocol’ was mijn cervixlengte een twijfelgeval, bij 1 mm korter zou ik in ieder geval weeënremmers gekregen hebben.

Ik was doodsbang, maar ergens voelde ik ook dat ons kindje nog niet geboren wilde worden. Even raakte ik in paniek. Ik had geen idee wat ons te wachten stond. Zouden de weeën minder worden? Zou ons kindje toch geboren worden? Maar dat kon niet. Ik had het geboorteplan nog niet klaar, mijn elektrische waxinelichtjes niet bij me, mijn goede muziek nog niet gesorteerd en Gieske was in haar huis in Zeeland. En bovendien was het schrikkeldag, niet bepaald de beste dag om geboren te worden. Daar ging mijn droomscenario!

Ik wist dat paniek en angst mij niet zouden helpen en ik voelde dat ik moest ontspannen en contact moest maken met ons kindje. Ik zette een rustgevend muziekje op (gelukkig was er wifi in het ziekenhuis) en concentreerde me op mijn ademhaling. Ik wilde dat Koen bij mijn hoofd kwam zitten. Het voelde zo fijn om zijn vertrouwde geur te ruiken, daar in die ziekenhuissfeer. Hij streelde mijn hoofd en langzaam werd ik rustiger. Ik kon me overgeven aan het moment. Het kindje vertelde ik dat hij nog een paar weekjes moest wachten. Dat ik begreep dat hij stond te popelen om de wereld te verkennen, maar dat de beste plek nog even in mijn buik was. Het hielp. De weeën werden minder pijnlijk, maar ik bleef harde buiken houden. De gynaecoloog gaf mij het voordeel van de twijfel en ik kreeg dus geen medicatie. Wel moesten we een nachtje blijven, waarbij mijn harde buiken en het hartje van het kindje werden gemonitord. Naarmate ik rustiger werd en meer ontspannen raakt voelde ik steeds duidelijker: ons kindje komt nog niet en het gaat goed met ‘m. Ik heb zelfs het geluid van de hartmeter uitgezet, want ik wist zeker dat het goed zat. Het gepiep haalde mij alleen maar uit mijn ontspanning.

De volgende ochtend werd mijn cervix weer gemeten, door weer een andere gynaecoloog (of arts-assistent, ik weet het niet). Deze bleek ineens 6 mm gegroeid te zijn! Dit kan medisch helemaal niet, zodat er wel sprake moest zijn geweest van een meetafwijking. Blijkbaar meet elke arts weer anders. En dat vond ik raar, want aan de hand van de meting worden belangrijke beslissingen genomen. Wat als iemand anders mijn cervix had gemeten en 1 mm korter uitkwam? Dan had ik weeënremmers gekregen met alle verdere gevolgen van dien. Dit bevestigde voor mij maar weer eens dat ik thuis wilde bevallen, in vertrouwen en zonder protocollen.

Onrustig

De weken daarna bleef mijn buik onrustig. Ik had veel harde buiken en bij bewegen voelde ik steekjes in mijn baarmoeder. Ik deed het heel rustig aan en droeg een buikband. Ik vermeed rozenbladthee en de energetische drukpunten op mijn voeten die verband hielden met mijn baarmoeder. Bovendien vroeg ik ons kindje iedere dag om nog even geduld te hebben tot ik 37 weken zwanger zou zijn (dat zou op 27 maart zijn). Ik bouwde een veiligheidsmarge in en vertelde hem iedere dag te wachten tot 1 april. Het werd een soort mantra: nog even geduld tot 1 april, nog even geduld tot 1 april, nog even geduld tot 1 april… Omdat ik per se de 37 weken wilde halen, durfde ik nog niet de perfecte bevalling te visualiseren, zoals ons was geadviseerd bij hypnobirthing. Alsof ik daarmee de bevalling al in werking zou zetten ofzo. Bij 36 weken durfde ik het wel aan. Ik ging zitten en schreef het ideale scenario op. Ik wist toen nog niet dat mijn bevalling er precies zo zou gaan zoals ik het toen opschreef… Angst voor de bevalling had ik niet meer. Ik had er echt alles aan gedaan om het zo goed mogelijk te laten verlopen. Ik ging uit van een thuisbevalling, maar was ook voorbereid dat het anders kon lopen.

Geloof het of niet, in de nacht van 26 op 27 maart (1e paasdag) braken mijn vliezen met een golf vruchtwater. Ons kindje vond blijkbaar dat hij lang genoeg had gewacht en voelde dat het nu kon: ik was immers precies 37 weken zwanger!

De bevalling

Ik ging naar de WC omdat ik dacht dat ik misschien moest plassen. Ook daar weer een plens water. Ik rook duidelijk dat het geen urine was, maar vruchtwater. Ik maakte Koen wakker. In plaats van dat Koen zenuwachtig werd, werd hij rustig wakker met een brede grijns op z’n gezicht. En zo voelde ik mij ook: vol vertrouwen dat we ons mannetje eindelijk zouden mogen verwelkomen. Angst was nergens te bespeuren. Het vruchtwater bleef maar komen, wat behoorlijk hilarisch was. Alsof ik midden in de woonkamer en in de slaapkamer gehurkt zat te plassen. We kregen allebei de slappe lach! Ik merkte dat mijn weeën al behoorlijk sterk waren en snel achter elkaar kwamen. Ik belde dus meteen Gieske (het was inmiddels 05.00 uur), die – hoe bijzonder toch weer! – al wakker was omdat ze niet kon slapen.

Ik douchte nog even, schoor mijn benen en ging op de geboortebal zitten. Dat voelde goed. Daar had ik tijdens mijn zwangerschap ook uren op doorgebracht, al wiegend. Ook nu voelde het wiegen goed en het bracht mij tot rust. Koen zette de muziek op die ik voor de bevalling had uitgekozen: Divine Birth van Snatam Kaur. Ook de kaarsjes werden aangestoken, zoals we hadden afgesproken. Alhoewel ik al direct behoorlijk pijnlijke weeën had, voelde ik me op me gemak en krachtig. Ik merkte al snel dat knuffelen met Koen mij goed deed: hierdoor kwam ik nog meer tot rust en voelde ik me de ‘glazen stulp’ om me heen dikker worden. Gieske arriveerde en ineens kreeg ik het besef: het is echt begonnen. Ik merkte dat mij dat emotioneerde. De giechelige bui was voorbij en ik vond het ineens spannend. Ik knuffelde Koen en liet mijn tranen de vrije loop. Dat luchtte enorm op. Ik keerde helemaal in mezelf en had vanaf dat moment ook geen enkel besef meer van tijd. Ik weet nog dat ik ineens merkte dat het licht was.

Ja, ja, ja

Mijn weeën volgenden elkaar snel op en waren erg pijnlijk. Zelfs tussen de weeën door had ik behoorlijk veel pijn: een sterke scheut vooral in mijn linker onderrug en bil. Ik zat afwisselend op de geboortebal en in kindhouding op mijn yogamat. Ik praatte niet veel en het enige wat ik deed was ademen naar de pijn toe en ‘ja’ zeggen. Eerst in mezelf en daarna hardop (en uiteindelijk schreeuwend). De verloskundige was ook gekomen en ik bleek 3 cm ontsluiting te hebben.

Het was tijd om in het bad plaats te nemen. Ik weet nog zo goed dat ik daar voor het eerst in stapte. De warmte ontspande mijn lichaam direct en ik wist: het is goed zo. Ik gaf me over aan de weeën en dacht niet meer na. Ik was één met mijn lichaam. Koen kwam bij me zitten en hield me vast. Ik hing over de rand heen en wiegde ondertussen mijn onderlichaam. En ik bleef maar herhalen: ja, ja, ja… Na een tijdje kreeg ik ineens persweeën, die ontzettend pijnlijk waren. Ik kon ze niet meer wegademen. Ik zag veel gouden licht, met daarin een hartje. Ik wist: het kindje komt eraan!

Je kunt het!

De verloskundige onderzocht mij op bed (het was heel pijnlijk om te moeten liggen) en ik bleek pas 7 cm ontsluiting te hebben. Wat was dat een teleurstelling. Ik bleef uit het water, want het ontspannende effect was na al die uren weg. De weeën werden pijnlijker. Ik was ontzettend misselijk, had geen trek, had het dan weer warm en dan weer koud en voor mijn gevoel droop het zweet van me af. Ik zat weer op de yogamat, liep wat heen en weer. De knuffels van Koen hielpen mij niet meer om te ontspannen. Ik was inmiddels zo’n 8,5 uur bezig en ik begon de moed te verliezen. Ik wist niet of ik nog wel verder kon en ineens begreep ik waarom vrouwen om een ruggenprik vragen. Ik bedacht me ook dat ik dit nooit meer wilde meemaken. Ik zat op de baarkruk die Gieske mee had genomen. Ik zei haar dat ik niet meer kon en dat ik zo misselijk was. Of ik over moest geven? Ja, zo voelde het wel, maar het kwam niet. Steek dan je vinger maar in je keel, zei Gieske. Dat deed ik. Er volgde een enorme golf water. Ik gaf niet alleen over, ik had me daarmee ook over gegeven. Figuurlijk.

Ineens had ik de behoefte om alleen te zijn. Ik ging naar de WC. Daar heb ik mezelf vloekend toegesproken: je kunt het! Je kunt het wel! Ik kwam terug en de verloskundige onderzocht me. Volledige ontsluiting! Eindelijk! Het kindje lag goed, maar het kon nog iets beter. De verloskundige vroeg mij daarom nog even een paar weeën te wachten om te kijken of het kindje wat zou draaien. Ze wist niet dat ik ondertussen al een aantal persweeën aan het wegpuffen was (wat echt niet lukte). Gelukkig had Gieske het door. Je mag persen hoor, als je persweeën hebt! Je hebt volledige ontsluiting! Ik lag op bed, maar wilde per se het kindje baren in het bad. Ik was voor mijn gevoel één groot baringskanaal, maar het lukte me toch nog in bad te stappen. 2 persweeën later werd onze prachtige zoon Max geboren. In het bad, terwijl zijn volle bos haar in het water danste en onder luide aankondiging van de kerkklokken van de Sint Jan.

Conclusie

Ik ben zo ontzettend trots op mezelf en dankbaar dat ik zo’n mooie bevalling heb mogen hebben. Het heeft mij ontzettend veel kracht gekost, maar het is helemaal gegaan zoals ik mij dat had voorgesteld. Ik heb enorm veel geleerd in de aanloop ernaartoe, vooral om te kiezen voor mijn eigen dromen en idealen. In mijn zwangerschap ontmoette ik veel vrouwen die helaas niet wisten dat zij zoveel te kiezen hebben bij hun bevalling. Dat begint met de locatie (thuis, ziekenhuis), maar bijvoorbeeld ook of er in het ziekenhuis co-assistenten aanwezig mogen zijn, wat er moet gebeuren met de navelstreng (uit laten kloppen of niet), welke houdingen je aan wilt nemen en hoe bijvoorbeeld de communicatie moet verlopen. Ook weten veel vrouwen niets van een doula. En dat is zo ontzettend jammer. Doula’s doen zulk fantastisch werk. Gieske heeft voor mij en Koen heel veel betekend en zij heeft ons geholpen Max het mooiste cadeau te geven van zijn leven: een warme en liefdevolle zwangerschap en bevalling. Mijn verhaal is absoluut niet bedoeld als een pleidooi voor een thuisbevalling. Hopelijk is het wel een inspiratie om voor jezelf te durven kiezen en je eigen droombevalling te beleven, helemaal op jouw manier.