Een droom van een tweelinggeboorte
Wat snel! Zwanger van ons 3e kindje. Het voelt anders. Alle hormonen en zwangerschapsverschijnselen spelen eerder en heftiger op. Ik voel me ook vreselijk misselijk. Ik verzoek bij de verloskundige zoveel mogelijk extra echo’s. “Nee, ik maak me geen zorgen, maar ik heb het gevoel dat het beter is om een vroege echo te doen. En voor de rest ook extra echo’s”. Ik ga alleen naar de echo. Mijn man zorgt voor onze 2 meisjes van 2 en 3 jaar.
2 zwarte bolletjes
Op het grote scherm staan 2 zwarte bolletjes. Duidelijk. Maar ik zie het niet. Het dringt niet door. Totdat de echoscopiste heel lief vraagt of ik misschien zie wat zij ook ziet. Dan komt het aan. Ik wil weten of ze leven. Ze ziet 2 kloppende hartjes en dan slaat het in als een bom. Wat heftig en wat geweldig wisselen elkaar af.
De eerste 24 uur na het nieuws kan ik aan niks anders meer denken. Ik ben verbijsterd. In die 24 uur zakt het besef over hoe zwaar het zal gaan worden naar de achtergrond. Verwondering over dat zoiets speciaals ons toevertrouwd is, wordt steeds groter. Nu, exact een jaar na hun geboorte is de verwondering over hoe mooi ons gezin is samengesteld nog even groot.
Meer keuzes dan je denkt
Met mijn verhaal wil ik laten zien dat je misschien wel meer keuzes hebt dan het lijkt. Ik was al 2 keer eerder medisch bevallen met een oxytocine-infuus (syntocinon) vanwege serotiniteit en meconiumhoudend vruchtwater. Dit waren ook prachtige bevallingen waar ik van genoten heb, maar deze bevalling was de laatste. En van mijn droombevalling was nog niet veel terecht gekomen. Met de wetenschap dat ik nu zwanger was van een tweeling en dan ook nog met een gedeelde placenta, zag ik mijn dromen in eerste instantie in rook opgaan. En dat hoeft dus niet.
Het is de Geboortebeweging Facebookgroep geweest die me heeft geholpen mijn wensen naar voren te brengen bij de gynaecologen. En het is ook de Geboortebeweging geweest die ervoor zorgde dat ik veel kennis kon vergaren.
Geen vaststaande feiten
De stap om mijn wensen naar voren te brengen vond ik heel groot. Ik had al geïnformeerd naar hoe de bevalling zou verlopen. En op mij was die informatie overgekomen als vaststaande feiten waar niet aan getornd kon worden. Maar toen ik het besprak, trof ik gynaecologen die een hele open, meewerkende houding hadden. Ik kwam 2-wekelijks en later wekelijks op controle. En we spraken met steeds meer gemak en openheid over de mogelijkheden. Ik had zelfs de indruk dat de gynaecologen er plezier in begonnen te krijgen.
Gezellige controles
Rond week 36-37 in de zwangerschap heb ik alles afgerond en ben ik tot slot op bezoek geweest bij de verlosafdeling. Daar heb ik de kamers en het bad nog eens bekeken (ik was er al 2 keer eerder bevallen, maar wilde het bad en de verlichting nog even goed bekijken). Ik werd zo hartelijk ontvangen door een verpleegkundige. Ik heb even op een baarkruk gezeten en we hebben mijn dossier erbij gepakt en de wensen nog eens op een formulier overgenomen. De laatste controles (inmiddels 3 per week) bij de echoscopisten, verpleegkundigen en gynaecologen werden steeds gezelliger. Het ging allemaal voorspoedig en ik had veel zin in de bevalling.
Het advies was om uiterlijk met 37+0 weken zwangerschap te bevallen. TTS (en TAPS) zijn ernstige en veel voorkomende aandoeningen. Met 36-37 weken zijn de verwachtingen voor de kindjes heel gunstig. In de buik is er nog steeds een risico en een kans op sterfte na week 37 is 0,7% uit mijn hoofd.
Dit risico hebben we genomen. Elke zwangerschap staat op zichzelf. Met 39 weken en 1 dag zijn de jongens ter wereld gekomen.
Mooie reis
13 december, overdag. Ik ben 39 weken zwanger. De zwangerschap is vandaag zwaar en ik lig de hele dag op bed. Is dit een teken? Er worden veel vallende sterren verwacht. Een mooie nacht om de bevalling te starten en 14-12-14 is een mooie geboortedatum. Zo meld ik op mijn Facebookpagina.
14 december, om 1.15 uur. Ik word wakker. Mijn hart maakt een sprongetje. Is het begonnen? Nog anderhalf uur twijfel ik hierover. Even het koppie erbij. Wat wil ik nu? Douchen! Dat ga ik eerst maar eens doen. En m’n darmen legen met Microlax. Scheelt misschien weer smurrie bij de bevalling. Daarna de laatste spullen in de koffer doen, zoals de camera’s en mijn telefoon. Zo, die kan dicht. Ik voel me tevreden.
Bij elke wee (is het nou wel een wee?) voel ik me een beetje opgetogen. Het heeft iets weg van ’s nachts opstaan om het vliegtuig te halen voor een mooie reis.
We moeten gaan
Het is 2.45 uur. Ik bel mijn schoonzusje uit bed. Tijdens het gesprek slaat de situatie om van onregelmatig naar regelmatig en ik vraag haar hier te komen. Zij past op de meiden. Daarna bel ik het ziekenhuis dat we eraan gaan komen, maar dat er nog geen haast bij is. En dan maak ik mijn man wakker. Hij wil nog even douchen. Dat is goed. Voor vertrek lust hij nog een kopje koffie. Dat is op het randje merk ik, maar kan nog net.
Ik vraag hem de spullen in de auto te zetten. 2 maxi cosi’s, een koffertje en een tas met speciaal eten voor mij. Het is maar goed dat ik de stand ‘koppie erbij’ heb aangezet, anders was de helft vergeten. Tegelijk ben ik heel relaxed, maar geef ook aan dat we nu wel moeten gaan rijden. Ik hou een weeëntimer bij. Om de 2 minuten nu, geloof ik.
We gaan! Onderweg zijn de weeën minder intens.
Handig, zo’n rolstoel
4.00 uur ongeveer. We zijn in het ziekenhuis. Van 2 vrouwen op de Geboortebeweging groep weet ik dat gewoon lopen het device is. Ik stop wel zo’n muntje in een rolstoel, maar zet er een maxi cosi in en duw hem zelf. Kan ik mooi een beetje leunen. Ja, de maxi cosi’s gaan mee de verloskamer in. Ik ga ervan uit dat we over een paar uurtjes weer terug naar huis gaan en ik kan de jongens dan niet in zo’n koude maxi cosi zetten. De achteringang zit vlakbij het geboortecentrum, maar wij gaan naar de afdeling. Een aardig eindje lopen.
Wij zijn denk ik in dezelfde verloskamer als waar onze oudste dochter geboren is. De bevalling wordt begeleid door een klinisch verloskundige en een verpleegkundige, maar voordat ik aan de bevalling kan beginnen, wordt er eerst gemeten. Het serieuze werk moet maar even wachten.
Het bed zit waardeloos. Ik ga op een stoel zitten. Meters erop. Ik ben alert en fit. Veel te alert, dus ik zet een bevallingshypnose CD op die ik een week geleden vond en waarvan ik niet eens wist dat ik hem had. Het geluid van de hartmonitors staat uit, dus dat leidt niet af, maar ik laat me toch makkelijk afleiden en heb bijna geen woord gehoord van de meditatie.
Cocoonen in het donker
Het zal rond 5.00 uur geweest zijn dat het verlossende woord kwam dat alles goed is en ik in bad mag. Er zijn 2 afspraken. De eerste is dat ik alleen de ontsluitingsweeën in bad opvang. De uitdrijving doen we op het droge. De 2e is dat ik het aangeef als het zover gaat komen en als ik denk dat het tijd is om te toucheren. Dat is nog niet gebeurd, want ik zag er het nut niet van in.
Het is heerlijk in bad. Ik lig in een gewoon bad. Het is wel wat dieper en heeft stangen aan de binnenzijde. Heel fijn. Bij elke wee pak ik ze vast en laat me helemaal in het water glijden. Na elke wee kom ik weer boven en praat wat met mijn man. Vanuit de badkamer kunnen we een geboortehuiltje in de kamer naast ons horen. Een jongetje, zeg ik. Dat bleek achteraf te kloppen.
Ik weet dat ik zo nog even aan de bak moet, maar wat is dit heerlijk ontspannen. Ook zalig om controle over de intensiteit en daarmee de effectiviteit van een wee te hebben. Ik heb ook totaal geen haast. Doe het rustig aan.
Ik besluit me haast ongemerkt wat meer in mezelf te keren en opeens bemerk ik dat mijn man niet meer in de badkamer is. Daar is op mijn verzoek het licht nu ook helemaal uit. Er is nu een half uur om. De weeën zijn door het naar binnen keren intens geworden en ik weet dat het goed opschiet.
Drukgevoel
Dit duurt zo een half uurtje en dan voel ik wat druk. Nog helemaal niet dat ik moet poepen overigens. Het is meer of ik moet plassen. Ik controleer het even en ga op de wc zitten. Ben nog steeds alleen trouwens. Maar tussen de weeën door net zo lenig en stabiel als anders. Ik hoef niet te plassen, dus glij ik het bad weer in en trek onderweg aan het koordje. Mijn man weet nog van niks, dus als de verloskundige komt, meld ik dat ik heb gebeld.
Ik vraag haar te toucheren. Ze is niet zeker van de meting omdat ik in bad ben, maar ze denkt 9 centimeter. Op het droge wil ze nog even controleren. Ik stap wederom soepel het bad uit. Ben er best trots op met mijn 39 weken dikke tweelingbuik. Klopt. 9 centimeter.
Beperkingen van de hartslagmeters
En ik word ook weer aan de hartslagmeters gekoppeld. Eindelijk zitten ze. “Ik kan zeker niet op handen en knieën gaan zitten?” vraag ik.
Maar dat is geen probleem. Dat kan best.
Nou dat gaat niet best. Er is geen registratie meer. De meters moeten opnieuw geplaatst worden en dat lukt niet. Bovendien heb ik een infuusnaald. Dat rotding is sowieso pijnlijk, maar nu zit hij ook vreselijk in de weg. Ik kan mijn pols niet buigen. Dit is wel anders dan de vorige keren. Het zou dan ellenbogen en knieën worden. Of vasthouden aan de rand van het wijde bed.
Maar de registratie lukt niet. Ik moet me terugdraaien. Ik heb persweeën en het gaat nu allemaal wat minder soepel. Als ik lekker op mijn zij lig, geeft de gynaecoloog aan dat ik ook in deze houding kan bevallen. Een goed idee.
Maar ook helaas, want de hartslagjes meten lukt nu ook niet. En evenmin op de andere zij. Ik moet terug op mijn rug. “Zo een rondje van de zaak”, zeg ik bij terugkomst, maar echt leuk is het natuurlijk niet.
Automatisch hands-off
We zijn er weer en de uitdrijving kan beginnen. Er staat een flink team om mijn bed heen. Ieder heeft zich goed in mijn dossier ingelezen. Alles wordt overlegd. Hands-off stond er niet in, maar wordt automatisch toegepast. Tussen de weeën door gaat dat prima. Op de echo zijn 2 hoofdjes te zien die naar beneden liggen. Tenminste, ik kan het niet zien, maar dat hoor ik.
De uitdrijving vlot niet. Al is het wel een bijzondere, zo begrijp ik uit de reacties van het team. Ik duw de vliezen van het eerste kindje naar buiten, maar het hoofdje zit nog bovenin. Tegelijkertijd vind ik het moeilijk de krachten te bundelen. En ik ben ook een beetje bang dat ik het 2e kindje teveel samendruk. Dit speelt onder de oppervlakte in mijn hoofd en ik benoem het daarom niet. Ik krijg de vliezen niet gebroken en het hoofd ook niet verder. Met spijt vraag ik om de vliezen te breken. Ik hoop dat er daardoor beweging in kan komen. Het breken lukt met moeite. Er staat veel druk op.
De juiste richting
Helaas helpt het niks. Het koppie blijft waar het zit. Na overleg ga ik tegen de vingers van de verloskundige aanduwen. Nu gebeurt er wat. Ik heb de richting te pakken. Enthousiast als de gynaecoloog en verloskundige daar van worden, gaan ze daar wat langer mee door dan me lief is. Nu voel ik even hoe kwetsbaar het is wanneer er ook maar iets over de grens van zelfbeschikking wordt heengegaan. Het stelt niks voor, maar is niet fijn. Terwijl het me 30 seconden eerder nog hielp en er rustig gewacht was op toestemming van mijn kant. Ik zeg het weer niet. Trek alleen een heel moeilijk gezicht.
Nog 2 weeën
Toch helaas, er gebeurt weer niks. De weeën zijn net niet krachtig genoeg. De gynaecologe wijst steeds nadrukkelijker op de syntocinon. Ik zie ook in dat het niet lukt en stem toe. Kraantje open en met een seconde een krachtige wee. Ik verzoek de tab weer dicht te draaien, want het is onwaarschijnlijk dat het van de syntocinon is. Achteraf denk ik toch dat het misschien dat druppeltje is geweest, want daarna houdt het weer op. Ik dacht trouwens dat ik bij de uitdrijving van de eerste alle tijd had, maar kennelijk is dat toch niet zo.
De gynaecologe wordt zenuwachtig. “Je krijgt nog 2 weeën”, zegt ze nadrukkelijk.
Dan wordt het tijd voor mijn laatste redmiddel. Ik pak minuscule acupunctuur naaldjes en zet die op een paar plekken die mijn vriendin had aangewezen. Het team kijkt toe. Ze hadden al best veel plezier in mijn bevalling. Dit maakt de pret vast nog groter. Het duurt maar even en dan komen er weeën die krachtig genoeg zijn.
Daar is Baby 1
Het is 7.45 uur. Een wee of 2, en onze eerste zoon is er. Heerlijk om mijn ventje aan te pakken en bij me te nemen. Mijn man knipt de navelstreng door. Vervolgens probeer ik mijn pasgeborene af te schermen van de handen van de verpleegster die hem zo graag met warme doeken wil droogwrijven. Ja, ik weet het. Hij moet warm blijven en toegedekt zijn en drooggewreven worden, maar rustig aan, denk ik. En ik wil hem ook stukje bij beetje bewonderen. Dat gaat niet als ik niet af en toe een stukje van zijn blote huid zie. Ik geloof dat ze mijn nonverbale hints een beetje oppakt.
Opnieuw persweeën
Na een minuut of 3 komen de persweeën weer op. De verpleegster dringt eropaan onze eerste zoon over te nemen. Ik ben in verwarring, want in het dossier staat dat ik hem bij me wil houden. Omdat ik me realiseer dat ik de 2e baby dan niet aan zal kunnen pakken, stem ik toe.
7.51, ik concentreer me weer en al snel wordt onze 2e zoon geboren. Hij komt tevoorschijn in een volledig intacte vruchtwaterzak. Wat mooi!!! Ze pakken hem niet en zeggen: “Pak hem maar”. Maar ik wil het mooie vlies niet kapotmaken en ben ook bang dat hij uit mijn handen glipt. Pas als ik vraag om hulp, krijg ik die en dan breken toch helaas de vliezen. Dat is jammer.
Maar daar is hij. Mijn mooie 2e jongen.
“Deze navelstreng mag toch uitkloppen?” vraag ik. Dat is goed. Na de wisseling van de dienst wijs ik het nieuwe team op de placenta. Er zijn denk ik 45 minuten verstreken. De navelstreng is dan koud, maar heel gek, voel ik nou nog lichtjes iets pulseren. Kort daarop voel ik helemaal niets meer. Alleen een steenkoude navelstreng. Ik knip hem door. Heb ik dat ook eens mogen doen.
Gedroomde tweelinggeboorte
Na twee medische bevallingen met weeënopwekkers was deze bevalling mijn droombevalling. Ik ben de gynaecologen, de klinisch verpleegkundigen en de echoscopisten die mij tijdens de controles en bevalling(en) hebben bijgestaan heel dankbaar.
Ook heb ik veel te danken aan het bestaan van de Geboortebeweging en degenen die mij hier gesteund hebben. Zonder hen was deze bevalling nooit geworden wat het geworden is. Op de foto bovenaan het verhaal is de tweeling 8 dagen oud.
Ik wil afsluiten met de wens dat mijn verhaal een inspiratie mag zijn voor vrouwen na mij. Laten wij vertrouwen op dat we kunnen waar we voor gemaakt zijn. En in het bijzonder hoop ik een lans(je) gebroken te hebben voor natuurlijke meerlingbevallingen in het ziekenhuis.